II. Ouergang uil den marsch tot den toestand uan rust.
Volgens p. 98 (1) ontvangt de comdt. der voorhoede, uiter
lijk met het bevel om halt te houden, eene instructie. Naar
aanleiding van deze instructie geeft hij bevelen voor den over
gang tot den toestand van rust en wijst hij een voorposten-
comdt. aan. P. 103 geeft voorts aan welke zaken door den
comdt. van de voorposten, mondeling of schriftelijk, moeten
worden geregeld, terwijl nadat de rusttoestand is ingetreden
zie p. 104nog meermalen nadere bevelen noodig zullen blijken.
Intusschen wordt door den A. B. een legeringsbevel uit
gegeven, naar aanleiding waarvan door de kant0^"ent5 comdten.
weer bevelen moeten worden gegeven.
Er zijn alzoo verschillende autoriteiten, die bevelen hebben
uit te vaardigen en er valt heel wat te regelen, voordat ieder
zijn plaats en zijne verplichtingen weet. Toch zal alles als
regel geleidelijk van stapel loopen, wanneer de overgang van
den marsch tot de rust vooraf is voorzien, bijv. wanneer
's morgens de marsch is aangevangen met het doel een bepaalde
plaats te bereiken. Dan volgt het één logisch uit het ander,
en kan worden gezorgd, dat de instructie voor den voorhoe-
decomdt. dezen zoo vroeg bereikt, dat er voor hem of den
door hem aan te wijzen comdt. voor de voorposten voldoende
tijd en gelegenheid is tot het nemen van de noodige maat
regelen.
Niet altijd echter zijn plaats en tijdstip van overgang tot
den rusttoestand van te voren reeds bekend en wordt het
besluit met verder te marcheeren eerst genomen op de plaats,
waar zal worden gerust. In dat geval is het zaak maatregelen
te nemen, opdat ieder zoo spoedig mogelijk tot rust kome
met uitzondering natuurlijk van de veiligheidstroepen, die
echter ook dadelijk moeten weten, wat van hen wordt verlangd.
Ouder die omstandigheden zal de in het voorschrift aangegeven
weg te lang zijn. Wordt deze gevolgd, dan zou de A.B., die
eerst na het nemen van het besluit tot halt houden kan
overdenken, wat ter beveiliging moet worden gedaan, waar
de verschillende onderdeelen moeten worden ondergebracht,
705
DE TOEPASSING VAN HET VELDDIENSTVOORSCHRIFT. [Juli 1913.