Het Ruheensche Legee. [Juli 1913. Hebben deze „barbaren" het zoover kunnen brengen, dan kunnen wij zoo ontwikkelde en beschaafde Nederlanders het toch zeker! Maar dan geen 4, liefst nog drie maandelijkschen diensttijd en de koorden van de beurs losgemaakt, een beurs beter voorzien dan die der Rumeniërs, die slechts over hulp bronnen van eigen land en niet nog daarenboven over de schatten uit overzeesche bezittingen beschikken. Geen praat, maar daad In dezen tijd van expansie wordt de premie, te betalen voor een onafhankelijk volksbestaan en het bezit van kolo niën, met den dag hooger!! A. J. Gooszen. 723 1) Maar ook in China staat op voorstel van den Fransclien reorganisator van het Chineesche leger, den majoor van den Generalen staf Brissand-Des- mailles, oud militair-attaché te Peking, een drie maandelijkschen diensttijd voor de militie ingevoerd te worden Iedere chinees, daartoe in staat, behoort tot die militie en is na dien oefenings- tijd, van zijn 25e tot 45e jaar, verplicht alle 2 jaar 8 dagen op te komen en iedere maand een schietoefening hij te wonen in de hoofdplaats van zijn pro vincie. Hiertoe wordt hij van zijn 14e tot 25e jaar voorbereid door marsch-, schiet- en sport-oefeningen en door het verplicht bijwonen van vaderlands lievende lezingen over heldendaden uit de geschiedenis van China en de wereldgeschiedenis. Daarna is in oorlogstijd zijn taak, versterking van de gewapende politie, beveiliging van den étappe-dienst en in het uiterste geval verdediging van den vaderlandsehen bodemBuiten die militie zal echter China over een sterk staand leger beschikken.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1913 | | pagina 57