Korte 'mededeelingen. [Juli 1913 725 dig misverstand, dat er de Hollanders toe geleid heeft om man of paman als aanspraakwoord voor koeli's enz. te bezigen. De Hollandsche zin van „man" heeft daarbij zeker wel mee gewerkt. Het Javaansche manals zeer frequente afkorting van paman, beduidt „oompje" (een jongere broer des vaders). In SIM wordt paman in Krtimd en ngoko beide vaak vervangen door paq-tjiliq. In Jogjakarta is dit uitsluitend ngoko, en geldt als Kr&ma term paq-alit, evenals voor „tante" mboq-alit. Tot een ouderen broeder van den vader zegt de Javaan wd of oewd of si-wd. Evenzoo ten aanzien van vreemden. Een oudere heet: kakang of hang, paman of man, bapaq of paq (dit is gemoedelijk, men zegt het ook tegen een vaderlijk vriend, leermeester enz; met een eigennaam er achter is het de gewone uitdrukking ten aanzien van iemand, die een zoon of dochter heeft: Paq Kasiman Kasiman's vader. Bij de geboorte van het eerste kind maakt de vroegere naam van den désaman voor deze wijze van aanduiding plaats). Is de toege- sprokene te oud zelfs voor wd dan gebruikt men ki (uit kaki) of mbah grootvader. Wie met hang wordt toegesproken antwoordt met di, acli (Noordkust en Oost-Javacliq of dèq) 1); tegenover paman, bapaq 2) en wd staat gelijkelijk naq (uit anaq kind), tolé létegenover mbah of ki staat poetoe. B. v. poetoekoe arep menjang ndi? „waar wil mijn kleinzoon naar toe?" In den regel echter zegt de oudere in plaats van poetoe ook maar naq of lé. Al deze toespraakwoorden tot mannen worden beleefder (in Kramü-inggil dus) uitgedrukt als volgt: kang-mas of mas voor „ouderen broer" en di-mas voor „jongeren broer"; r&md (in plaats van pamanbapaq en wd) voor vader", poetrd, anggèr, nggèr en in schrijftaal ook koeloep voor „kind"; éjang tegenover wajah, nggèr, koeloep voor de werkelijke betrekkingen van grootvaderen kleinkind. In de wajang is jaji de toespraakvorm van raji (K. I. van adi, „jongere broer"). Ten aanzien van vrouwen gelden de volgende aanspraak-woor den mbaq joe, mboq ajoe, joe voor „oudere zuster" of in 't algemeen voor elke fatsoenlijke vrouw. Ook als Europeaan kan men dezen term, evenals de na te noemen mboq en bibi, veilig bezigen tegen gewone lieden uit het volk, daar het gebruik van deze termen ais zeer beleefd zal worden beschouwd. In de wajang komt kakang mboq veel voor als toespraak woord voor „oudere zuster". 1) Met dit voorbehoud, dat in Soerakarta kang en joe wel tot de werke lijke oudere broers en zusters worden gebezigd', doch di slechts ten aanzien van vreemden. De kang of joe spreekt de werkelijke broers of zusters steeds met hun naam of een verkorting daarvan aan. 2) De oud-Javaansche vorm bdpit wordt buiten de wajang nog maar zelden gehoord en als stadhuiswoord beschouwd. Officieel wordt de Resident door de Vo-sten met b&pa aangeduid, doch meest K. met ingkang rihtid, evenals de O. G. met ingkang éjangGroot vader.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1913 | | pagina 59