Korte Mededeelingen, [Juli 1913. W. d. Pantjèn enggih masdéné sing dadi sababé, eDggih sukdpo- kalé déwé. S. Lo, pokal sing kepripoen? W. d. Anoe mas, padü koerang nrimané. Nèq kdja, koelft ngoten empoen trima mawon, ngétan-ngé- tan manoet, empoen djamaqé wong tjiliq ngisor enggoné, rekiisa gawé- né toer setitiq pangané. S. La, wong ging pada koe koerang nrimané, nikoe karepé pri- poen W. d. Karepé ngoten adjeng 'ndjaloeq bali dadi wong mardikii k&jit sing empoen, roemagané pada nistd di-rèh wong lijft bftugsft ni koe. Nèq penemoe koela nggih mboten, malah kepénaq ganiki ka- lih dèq djaman bapaq-embah koe- lft sijèn. Dos poendi alé kepénaq: wong désa taupa pranatan, toekar- padoe, tjeler-djoepoeq, tan pa bebe- neran. Baliq saniki raq mboten. Nggih nikoe penemoené wong ke- blinger sing pftdft doewé karep bisftbft bali kftja djamané embah- embahé nik it. S. Mboq manawa alé pftdft koe rang nrima nikoe adjeng pada ga- wé pranatan déwé W. d. Pranatan déwé dos poen di, wong bodo mawon koq adjeng nata doenoeng, selagiDé ditittit wong bisa, mawon teksih kaja ngè- ten, méndahané ditilta iléwé, mbo- B. Het is inderdaad het geval, en wat de reden er van betreft, zoo hebben zij het zieh zelf te wijten. S. Waardoor dan toch wel? B. Wel jonker, ze hebben niet genoeg berusting (ze zijn malcon tent), wat mijzelf betreft, ik leg mij bij alles neer. Al wat mij gezegd wordt, dat doe ik ook maar. Het is toch immers een feit, dat de kleine man onderaan staat op den ladder: zijn arbeid is zwaar, en zijn eten maar schraal. S. Maar wat willen die wensehen dan toch, die zoo ontevreden zijn? B. Zij zouden willen vrij zijn zooals vroeger, daar zij het ver nederend vinden om door menschen van een ander ras bestuurd te wor den. Ik voor mij ben het daar mede in het geheel niet eens. Ik vind het nu zelfs veel beter dan vroeger in den tijd onzer voorou ders. Hoe zou men het toenmaals goed hebben kunnen hebbenvoor het landvolk bestond er geen wet, altijd maar twisten en gevechten, dieverijen aan de orde van den dag, zonder dat er recht was te krijgen. Nu daarentegen is dat immers heel anders. Het zijn toch waarlijk dwa zen, die de dingen weer zouden willen hebben als in den tijd van onze grootjes. S Dat ze thans niet tevreden zijn, komt wellicht daardoor, dat ze hun eigen wetten zouden willen maken. B. Wat voor eigen wetten dan toch? Onwetende lieden zouden de plaatselijke aangelegenheden willen regelen! Nu de zaken door verstan dige menschen geregeld zijn, gaat Hoewel een a in open eindlettergreep bevattend wordt deze uitroep nooit met a-klank uitgesproken evenmin als ora en boja (dit laatste Basa- kedaton „hoftaal" en tembang „poëtisch") voor „niet" en „neen". 729

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1913 | | pagina 63