Juli 1918.] 730 ten apiq malah moraq-mariq. het toch al zoo slecht, hoeveel te meer dan, als ze bet zelf zullen doen! Dat zou niet goed afloopen en ze- ker zou alles in de war raken, w ut* kakang ki. S. Wel broeder, dat lever je'm W. b. Lo, nikoe sebeneré mawon, B. Wel, het is toch de zuivere 111 acs- waarheid, jonker. S. Lnggih. Ngga kang, oedoed- S. Ja Hier broer steek eens oedoed. moeng émané koel& mboten op! 't is alleen maar jammer, dat nggawa klobot, samang napÜ nggü- ik geen maiskolf-schillen bij mij Wa heb, hebt gij die wellicht Men lette hier op de Javaansche vertaling van „hebben" en „bij zich hebben" d.1. nggawa dat eigenlijk .dragen" en „mede voeren beduidt. „Heb je geld op zak apd nggawa doewit „Neen, ik heb geen halve cent bij mij."=ora nggdwti sabribil-bribilê. Apa koite doewé doewitzou beteekenen „Bezit ge geld In ver band met de wijze waarop de Javaan of Javaansche geld bij zich draagt, n. 1. in een punt van het heupkleed onder den buikband geknoopt of in een zakje in de setagèn (de breede buikband van katoen, die onder de saboeq=„de leeren buikriem" zich bevindt), zegt men ookApd kosvé ngandoet doewit, of wel apd kowé nggémbol doewitOok in figuurlijken zin spreekt men van ngandoet weivadi of nggémbol a,ewadi=„eon geheim op 't hart hebben", evenzoo ngandoet tresna—,,sympathie gevoelen". Het werkwoord una heeft altijd eene plaatselijke) beteekenis, bet wordt niet als hulpwerkwoord gebezigd zoo als „zijn" in het Hollandsch, en evenmin in den zin van „hebben „bezitten". Apd and doe/rit? laat zich bijv. vragen als men bij iemand thuis naar de aanwezigheid van contanten informeert. Hoewel wij in het Hollandsch dit zouden kunnen ver talen met „Heb je hier geld", beduidt het eigenlijk „Is er geld?" klobot is de naam van het omhulsel van de maiskolf, deze wordt op Midden- en Oost Java veel voor het rollen van strootjes rokoq- klobot gebezigd. Ook gebruikt men 't jonge blad van verschillende nipah-palmen voor dit doel (men noemt dit blad, evenals een dezer palmsoorten zelf: wiroe, welk woord ook als Krama-désa van klobot in gebruik is). Zeldzamer bezigt men ook dat van de ai en-palm, 2) welk blad kawoeng heet. In West Java, waar het gebruik van dit blad voor strootjes algemeen is, is kawoeng de gewone naam van de arè/t-palm. Ook klarasdroog pisangblad, wordt voor dekblad gebezigd. •9 De moeilijkheid die men op de Nederlandsch-Indische scholen met 't recht gebruik van „meenemen" en „meebrengen" ondervindt zijn natuurlijk hiervan een gevolg. Men hoort bijv. geregeld „als je gaat wandelen, breng uees neem) dan een parapluie mee, want 't zal gaan regenen"= jèn arep dolan-dolannggoivoha pajoeng, awit arep oedan. 2) Deze heet in 't bijzonder de suikerpalm Arènga saccliarifera, hoewel in de lage streken tan ah aré) ook de steel dangoevan de bloeikolf (manggar) van de klapa getapt di-dèrèswordt.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1913 | | pagina 64