Verslagen der Iegercommissie.
736
[Juli 1913.
Duitsche koloniën in geval van oorlog. Voorzitter dier commissie is
hertog Johann Albrecht van Mecklenburg, die reeds sedert verscheidene
jaren het voorzitterschap van de Duitsche koloniale vereeniging bekleedt.
De commissie zal zich minder bezig houden met de bescherming der
kolonie tegen een aanval van buiten dan met de maatregelen tegen
een eventueelen opstand der inboorlingen in geval een gewapend con
flict in Europa uitbreekt. De staatssecretaris is n.l. van meening, dat
het gevaar voor zulk een opstand, wanneer het moederland in een
oorlog gewikkeld is, zeer groot is. Met het oog hierop zou dr. Solf
ook de mogelijkheid overwegen van een internationale overeenkomst,
om de koloniën der oorlogvoerende partijen als neutraal grondgebied
te beschouwen."
De jongste koloniale mogendheid steekt ons waarlijk nu al de loef
af, want aan de uiterst practische oplossing van ons moeilijk defensie-
vraagstuk door hot sluiten van internationale overeenkomsten, waarbij
Ned.-Indië in geval van oorlog als neutraal grondgebied wordt be
schouwd, hebben onze politici nog niet gedacht
En het middel is goedkooper nog dan prof. van Arollenhoven's wereld
politiemacht
Een nieuw gezichtspunt
Men zal zich herinneren dat bij Kon. besluit van 12 December 1910
no. 56 een Staatscommissie werd in het leven geroepen ten einde te
onderzoeken of de ter verdediging des lands gebezigde gelden en
persoonlijke diensten, volgens de bestaande wetten, op de meest econo
mische en doeltreffende wijze worden aangewend, met bevoegdheid
om tevens van haar gevoelen te doen blijken, omtrent wijzigingen
die in de bestaande wetten, uit dat oogpunt beschouwd, behooren te
worden aangebracht.
Die Staatscommissie heeft zich gesplitst in drie sub-commissies, welke
zich onderscheidenlijk zouden bezighouden met lo. voeding, kleeding,
uitrusting, huisvesting, traktementen, bezoldigingen en soldijen, subsi
dies en gratificaties; 2o. voorbereidend militair onderricht, onderwijs
en opleiding, en wat meer bijzonder daarmee samenhangt3o. paarden,
verplaatsen van personen en goederen, kampeeren en oefenen, genees
kundige dienst, artillerie-inrichtingen, topografische dienst, genie en
marechaussee.
Verschenen zijn thans een tweetal verslagen.
Het tweede verslag betreit de paarden. De betrokken subcommissie
bezocht de depóts van de cavalerie, het le. reg. veld-artillerie, het
korps rijdende artillerie en der remonte, onderscheidenlijk te Haarlem,
Utrecht, Arnhem tn Milligen en betrok inlichtingen aangaande alles
wat de paarden van het leger betreft bij een aantal autoriteiten en
deskundigen, wat de laatsten betreft ook eenigen buiten het leger staande.
Achtereenvolgens behandelt het verslag de oorlogs- en vredesorga-