Porlugal. 745 Van Vreemde Legers. [Juli 1913. Gesneuveld: 1121 Officieren en minderen, Vermist 311 n Gewond 4250 Overleden wegens ziekte 1948 Totaal 7630 man. Revue Mil. Suisse'13. flanbouB Dan slagschepen. De „Raad van Admiraals" heeft zeer onlangs den aanbouw van 4 slagschepen van 35000 ton aanbevolen, elk bewapend met 12 kanonnen van 38.1 c. M. Het voorstel werd ondersteund door den Koning en door den minister van Marine, maar om der kosten wille door het Kabinet verworpen. Besloten is tot den aanbouw van 3 schepen van 28000 ton, elk bewapend met 9 kanonnen van 38.1 c. M. U. S. Magazine Mei 1913. Ulootplannen. Volgens de Tel. heeft een syndicaat van 6 Engelsche maatschappij en opdracht ontvangen voor den bouw van 2 kruisers van elk onge veer 2500 tons, 6 torpedojagers van omstreeks 900 tons van 32 knoopen snelheid, 3 onderzeebooten van ongeveer 350 ton, een hulp schip voor onderzeebooten van 140 ton ongeveer. Al deze schepen moeten binnen 2 jaren gereed zijn; ze zullen sa men ongeveer 18,000,000 gulden kosten. De onderzeebooten zullen geleverd worden door een Italiaansche maatschappij, die met de Engelsche maatschappijen geassocieerd is. Waar zijn de aangekondigde dreadnoughts gebleven? Het vlootprogram van 1911 behelsde 3 slagschepen, 3 kruisers, 9 torpedojagers, 4 onderzeebooten en 1 dok. Oorspronkelijk zou daarbij ook nog een aanzienlijke hoeveelheid scheepsmateriaal van allerlei aard alsmede 3 stations voor radiotelegrafie worden gevraagd. Met een tekort van 37 millioen (Ned. crt.) moet men evenwel een beetje zuinig zijn. Jambode 9 Juni 1913. Ueresnigde 5tafen uan II. fl. De oorIog5Dloot op bezoek naar Europa. Het Amerikaansche departement van Marine heeft besloten een vloot naar Europa te zenden. Behalve kruisers, torpedobooten enz. zal deze vloot bestaan uit 21 slagschepen, waaronder alle gereed zijn de schepen van het dreadnoughttype. De vloot zal o. a. de voornaamste havens in de Middellandsche Zee bezoeken. The Straits Budget 19 Juni 1913.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1913 | | pagina 79