Tactische Oefeningen op de kaart. Oplossing uan oefening Ilo. 12. 752 Het komt er vóór alles op aan den vervolgenden vijand tot staan te brengen, waartoe de voorhoede zoo spoedig mogelijk de hoogte binnen hoogtelijn 675, gelegen 600 M ten Z. van T. è89.0 en den 500 M. ten Z. O. daarvan gelegen Pr. Malati zal moeten bezetten. Zoo noodig verstrekt da Br. Ct. zijnen Voorhoede Ct. hiertoe den uitdrukkelijken last. Bij het streven naar eene snelle ontwikkeling van een krachtig vuurfront kan de Voorhoede Ct. reeds dadelijk 3 compagnieën inzetten, en behoeft hij zelfs niet te schromen indien zulks hem nuttig voorkomt ook zijne laatste compagnie van den aanvang af in het vuur te brengen. Éene bij de Voorhoede ingedeelde sectie Mitrailleurs zou hier groote diensten kunnen bewijzen, indien de vijand krachtig opdringt vóór de Voorhoedeartillerie in stelling is gebracht, welke hiertoe uit den aard der zaak meer tijd zal behoeven dan de zooveel eenvoudiger samengestelde Mitr. eenheid. De Br. Ct. zal onmiddellijk maatregelen treffen, dat de minder gunstige moreele toestand der geslagen troepen van het Det. Lampegan zich niet aan de troepen van zijne brigade mededeelt. Hij zal de over blijfselen van genoemd Det., zoodra deze buiten het bereik van 's vijands wapenwerking zijn gekomen, doen verzamelen, en zoo hunne aanwe zigheid in de voorste linie niet onmiddellijk geboden is, deze troepen bestemmen voor zoodanige opdrachten, dat hun moreel vermoedelijk niet op eene te zware proef zal worden gesteld (dekking van Art. of trein). In ieder geval houdt de Br. Ct. deze troepen voorloopig te zijner beschikking. Zoodra de Voorhoede zich tot het gevecht ontwikkelt, ontvangt de Hoofdmacht bevel halt te houden met het hoofd ter hoogte van Kg. Tjihaoer 2, ten einde te voorkomen, dat deze op eene minder gewenschte wijze in den strijd wordt betrokken. De Alg. trein krijgt eveneens last halt te houden. De Br. Ct. heeft den toestand ter plaatse anders aangetroffen, dan door den A. B. bij het verstrekken van de opdracht werd veronder steld. De Br. Ct. is dus hier op eigen initiatief aangewezen, en dient hij zich de vraag te stellen, op welke wijze in den geest der bedoelingen van den A. B. moet worden gehandeld. Van den gewijzigden toestand wordt wel ten spoedigste bericht gezonden, doch nadere bevelen kun nen niet worden afgewacht. Zoelang de eigen troepen zich in de stelling nabij Gekbrong moeten handhaven, kan de aanwezigheid van eene eenigszins belangrijke vijandelijke troepenmacht op den weg Lampegan - Djamboedipa niet worden geduld, aangezien deze eene ernstige bedreiging voor de eigen achterwaartsche verbindingen zou vormen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1913 | | pagina 86