De werkkring van den officier bij een depot-bat. Juli 1913.
vooral naar aanleiding van Lucardie's artikel bl. 21 I. M. T.
'13. le Afl.
Op den voorgrond stellende, dat ik nachtelijke oefeningen
van bijzonder groot belang acht en dus vermeerdering van
dergelijke oefeningen zeker toejuich, komt 'tmij niet gewenscht
voor bepaald de 9 aangegeven oefeningen te eischen.
Ik voor mij hecht veel meer aan een eenvoudige bespreking
op een terrein nabij het kampement in den vooravond (7-9)
bijv. in dezen geest:
De troep wordt in een soort hinderlaag gelegd en nu be
sproken, wat men van de omgeving ziet, de contouren van
omliggende kampongs, boomen, huizen, die beter tegen de
lucht afsteken naarmate men met het oog lager bij den grond
is; wat men ziet van staande (gaande), liggende (kruipende)
personen; het zich afteekenen van menschen op een hoogte
geplaatst. Daarna worden enkele patrouilles uitgezonden met
bepaalde opdrachten: toestand van een brugje of duiker opne
men, voorbijgangers op een weg bespieden, en dan vooral bij
terugkeer van die patrouilles wijzen op de goede manier van
loopen, opmerkzaam maken op den afstand, waarop de nadering
wordt gehoord, spreken over het mogelijke resultaat bij vuren
op zulk een patrouille. Nu en dan drage men den C van een
dergelijke patrouille op pratende of rookende terug te keeren.
Benige van dergelijke ofeningen geven beter resultaat zij
pakken meer dan de aangeprezen marschen, enz., we ver
moeien den troep niet onnoodig, de menschen zijn den volgenden
dag voor den dienst beschikbaar en hebben een goede rust ge
noten. Men vergete niet, dat recruten klassesgewijze oefenen
en dat een nachtelijke afmarsch of thuiskomst van één klasse
de nachtrust van een groot deel der Compagnie verstoort.
Bovenal echter legge men den C.Ct. niet te veel aan banden,
maar late veel ruimte aan vindingrijkheid, initiatief, lust en
ijver van de voor de opleiding verantwoordelijken.
Waar den laatsten tijd zooveel kracht uitgaat van boven om
ons leger te vormen tot een deugdelijk werktuig tegen den te
677