Aug. 1913.] Over Mitrailleurs ex Mitraillisten. gaan der Mitrailleurs met de voorste Infanterielinie" onzinnig, terwijl het Duitscbe „Exerzier—Reglement" dit van de om standigheden afhankelijk stelt, evenals ons R, M. II. Maar al is de tijd voor een volledige uiteenzetting van het veelzijdige vraagstuk, zooals wij vermeenen te hebben aange toond, nog niet aangebroken, dan veroorloove men ons toch. dat wij omtrent een enkel onderdeel er van onze meening gaan zeggen. Wij bedoelen een antwoord te geven op de vraag: waar moet de Mitrailleur-Commandant (M. C.) zich gedurende den marsch en den aanval ten opzichte van den A. B, bevinden? Aangezien onze voorschriften zich hieromtrent niet beslist uitspreken, mag deze vraag, naar het ons voorkomt, van voldoende belang worden geacht, om in beschouwing te wor den genomen. Oostenrijksche „Anhang zum Exerzierreglement für die k. u. k. Fusztruppen Maschinengewehrabteilungen" zegt; „dat de commandant van de Mitrailleurafdeeling zich tijdens „een gevechtsmarsch bij dien commandant moet ophouden, „waaronder hij onmiddellijk is gesteld en dat deze hem, zoo- „dra tot het gevecht wordt overgegaan, de opdracht geeft „en de strook aanwijst, waarin hij die te vervullen heeft". In het Fransche „Règlement provisoire sur les sections de Mitrailleuses d'Infanterie, Tome I," staat: „dat het grootst „mogelijke initiatief aan den chef de section moet worden „gelaten wat betreft keuze der naderingswegen, vuurstellingen „en gedragregels bij het vuren, maar, dat de commandant „der eenheid (bataljon, regiment) die over de sectie beschikt, „de zone van actie en het te bereiken doel bepaalt, voorts, „dat zoodra een ontmoeting waarschijnlijk wordt, hij (chef „de section) het bevel aan den onderofficier overgeeft en zich „voegt bij den commandant van het onderdeel, waarmede „hij moet samenwerken, teneinde zich op de hoogte van den „toestand te stellen en zijn opdracht te ontvangen."— 772 'cbruikenW001 "aanmarsc'1" wl^on liever als zijnde een germanisme niet Wij hebben hier het oog op een zelfstandig optredende brigade.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1913 | | pagina 18