w 'Jfe Bet gebruik Dcm onze Cauaierie bij de Deiligheidstroepen, Zoowel bij manoeuvres, als bij kaderoefeningen en tactische oefeningen op de kaart, blijkt het meermalen, dat over het gebruik van de bij de partijen ingedeelde cavalerie nog steeds zeer uiteenloopende meeningen bestaan, terwijl van samen werking tusschen de infanterie en de cavalerie van de vei ligheidstroepen meerendeels geen sprake is en de Comman dant dier troepen zich soms niet bewust schijnt te zijn, dat de cavalerie, die hem ter beschikking is gesteld, steeds onder zijn bevel blijft staan en dat hij dan ook, waar het noodig is, zijn cavaleriecommandant, van nadere bevelen moet vooi- zien, en hem niet, na het afscheid in de vroege morgenuren, geheel los mag laten. Aan den anderen kant moet het den Commandant der cavalerie, die bij de veiligheidsti oepen is ingedeeld, helder voor den geest staan, dat hij moet zorgen, dat die nadere bevelen hem hunnen bereiken, (Zie G. H. 58 (3)) m. a. w. dat hij voeling met zijn Commandant moet blijven houden, dat hij hem mededeeling moet zenden van het tijd stip, waarop de Cavalerie de haar oorspronkelijk toegewezen plaats verlaat en waarheen ze zich begeeft. Dit laatste is een gebiedende eisch op het oogenblik, dat de infanterie van de veiligheidstroepen in actie komt en een gevecht aangaat; de Comdt. der veiligheidstroepen moet dan precies de plaats weten, waar zijn cavalerie zich bevindt en hoe sterk ze nog is, om daarnaar de maatregelen voor zijne verdere gevechtsbeveiliging te kunnen vaststellen. Wenschelijk is het, dat de Comdt. der veiligheidscavalerie zich op dat moment persoonlijk bij zijn chef meldt, om hem van de dooi de cavalerie verkregen gegevens, wellicht ten overvloede, op de hoogte te brengen en nadere bevelen voor het gevecht te vragen. 777

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1913 | | pagina 23