1913. van beide, de factoren vormen, waarmede de Comdt. rekening heeft te houden bij het bepalen der sterkte van zijne veilig- heidscavalerie. Na deze ietwat breedvoerige beschouwingen, die m. i. toch noodig zijn om tot een goed begrip van het gebruik der bri- gadecavalerie te geraken, komen we tot het eigenlijk onder werp van dit opstel en zullen we achtereenvolgens nagaan, hoe de samenwerking moet zijn tusschen infanterie en ca valerie van a de voorhoede, b de achterhoede, c de voorposten, teneinde de taak, die den Commandant dier veiligheidstroe pen is gesteld, zoo goed mogelijk ten uitvoer te brengen. Tevens stel ik mij voor na elk der drie genoemde onderwer pen door een voorbeeld op de kaart mijne bedoelingen te verduidelijken. a De Voorhoede. De taak van de voorhoede is volgens 64 (1) V. V. drieledig en omvat: le. het beschermen van de Hoofdmacht tegen verrassende vijandelijke aanvallen en haar, bij ontmoeting met den vijand, ontwikkelingsruimte en tijd te verschaffen voor de inleiding van het gevecht of tijd voor den terugtocht; 2e. den vijand de verkenning van de eigen Hoofdmacht te beletten 3e. opruimingen te verrichten en wegen en bruggen z. n. te herstellen. In verband met 117 juncto 14 (1) en 15 (4) van de G. H. zou ik als vierde onderdeel van die taak nog aangegeven wenschen te zien 4e. bij het ontmoetingsgevecht zooveel mogelijk gegevens aangaande den vijand te verschaffen. VaD de werkzaamheden sub le, 2e en 4e valt, vooral vóór 781 H ET GEBRUIK VAN ONZE ÜAV. BA) VEILIGHEIDSTROEPEN. [Aug.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1913 | | pagina 27