vergete niet, dat in het hier bedoelde geval de uitgeschoven afdeelingen daar kunnen blijven tot de geheele colonne voorbij is en daarna achter de'colonne kunnen meekomen. En vooral vergete men niet, ik herzeg het nogmaals, dat het uitschuiven van a. patrouilles in het bedekte terrein, b. van sterkere af deelingen (halve of heele brigades) naar flankstellingen, alleen dan noodig is, als de voorhoedecavalerie in de gevaarlijke strook overmachtige cavalerie of infanterie heeft gesignaleerd. Patrouilles neemt zij voor hare eigen rekening. Het behoeft geen betoog, dat de gevallen, waarin de infanterie van de voorhoede dus handelend moet optreden om der vijandelijke cavalerie de verkenning te beletten, zich gedurende een dag- marsch slechts sporadisch zullen voordoen, waarom naar mijne meening de bovenomschreven taak gerust aan de voor- hoedeinfanterie kan opgelegd worden. Daar volgens 67(4) Y. Y. de voorhoedecavalerie 1 a 2 K. M. vóór de Infanteriespits en de spits van de Cavalerie [niet te verwarren met Cavaleriespits 67(1)] weer minstens 500 M. voor het „gros" der voorhoedecavalerie marcheert, zien we, dat ook in bedekt terrein de afstand van voorsten ruiter tot de infanteriespits altijd ruim voldoende is om de voorhoede voor vuurovervallingen door infanterie te vrijwaren. Na het versluieren van den opmarsch der colonne te hebben behandeld, dient thans te worden nagegaan, hoe de voorhoede cavalerie optreedt na aanraking te hebben verkregen met vijan delijke infanterie, die zich in onze richting beweegt, dan wel stelling gekozen heeft. De aanraking met vijandelijke infanterie wordt onmiddellijk bericht èn aan den voorhoedecommandant èn aan de neven cavaleriepatrouille(s). Wordt de vijand vóór de spits, dus in de marschrichting, gemeld, dan ontvangen de zijpatrouilles tegelijk met de mededeeling, de opdracht van den cav. comdt., om voorafgaande naar den marschweg in te buigen en te verkennen wat er achter de voorste vijandelijke afdeeling te zien valt; krijgt een van de zijpatrouilles het eerst aan raking met vijandelijke infanterie dan buigen spits en de 787 HeTOEBRUIK VAN ONZE CaV.b/D VEILIGHEIDSTROEPEN. Aug. 1913.]

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1913 | | pagina 33