Punt 6 der Geüechtsbandleiding uoor het
Ueldleger in Ilederlandsch Indië.
In luttele regels worden in boven aangehaald punt 6 be
handeld de opmarsch en de ontwikkeling tot het gevecht in
bedekt terrein.
Deze uitdrukking: „in luttele regels" wordt niet gebruikt
om vermomd te zeggen, dat het onderwerp uitvoeriger had
kunnen zijn behandeld, doch meer om de aandacht op „punt
6" te vestigen, omdat de toepassing daarvan een groote, zeer
groote mate van geoefendheid eischt, zoowel van den troep
als van de hoogere en lagere aanvoerders.
Gedurende twee tijdperken van ons oefeningsstelsel was
ik in de vlakke, zeer bedekte terreinen in de omstreken van
Batavia en Meester Cornelis in de gelegenheid op te merken,
dat deze geoefendheid bij den troep, en vooral ook bij het
kader en de jongere officieren, nog al wat te wenschen over
laat, wat voor mij een reden is geweest om aan het I. M. T.
eenige plaatsruimte te verzoeken voor enkele wenken betrek
king hebbende op het beoefenen van het ageeren in vlakke
en bedekte terreinen.
Een van de eerste eischen voor een goede opleiding van
den troep is dat officieren en kader zich in het terrein te
huis gevoelen, d.w.z. volkomen georiënteerd zijn, ten allen
tijde weten op welk punt der kaart zij zich bevinden en in
welke richting zij marcheeren.
Goede oefeningen tot het bijbrengen van dezen eisch zijn
o.a. de volgende:
a. De C. Ct. geeft aan elk der sectiën of brigades zijner
compagnie een bepaalde kleur op en deelt mede, dat hij op een
aantal op de kaart zeer nauwkeurig aangegeven punten een
stok zal plaatsen, waaraan strookjes katoen in de kleur der
757
I. M. T. 1913. 51.