Vooruitgeschoven posten en stellingen. [Aug. 1913. landsche reglementen en bij buitenlandsche schrijvers voor dit begrip gebruikt worden, zooals „Vorgeschobene Posten", „Vorgeschobene Stellungen", „Vorstellungen", „Postes avan cés", „Avant-lignes" enz., dan zal men moeten erken nen, dat het moeilijk wordt om te begrijpen, wat de verschillen de reglementen en schrijvers eigenlijk bedoelen. De verwarring wordt evenwel nog grooter, wanneer we den afstand der vooruitgeschoven posten en stellingen vóór de eigenlijke verdedigende stelling in aanmerking nemen. De meeste reglementen (ook onze G. H.) en schrijvers noe<- men geen afstanden, zoodat men niet kan nagaan wat eigen lijk bedoeld wordt, nl. posten vóór de stelling op den werk- zamen geweerschotsafstand, of binnen de werkingssfeer der hedendaagsche veld-artillerie, óf wel zooals bij de Duitsche manoeuvres van 1910 stellingen op een afstand van 6 tot 20 K. M. vóór de hoofdstelling, of zelfs, zooals bij het beleg van Port-Arthur, op de smalle landengte bij Nanschan, op 45 K. M. van de fortenlinie. Voorts wordt er gewoonlijk een scherp onderscheid gemaakt tusschen voorstellingen in den veldoorlog en in den vesting oorlog, en waar in het eerste geval de meeningen omtrent de waarde zeer verdeeld zijn, daar is men het er vrij algemeen over eens, dat toepassing van voorstellingen in den vesting oorlog onmisbaar is, hoewel tegenwoordig toch ook algemeen erkend wordt, dat de vestingoorlog naar dezelfde tactische be ginselen gevoerd moet icorden als de veldoorlog. Ter voorkoming van alle mogelijke begripsverwarring zou den we dus een scherp onderscheid willen maken tusschen vooruitgeschoven posten en stellingen binnen het vuurbeieik der verdedigende stelling, en die welke buiten dit vuurbeieik liggen. En al dadelijk zij dan opgemerkt, dat we onder het vuurbereik der verdedigende stelling zouden wenschen te verstaan, dien afstand, waarop eene krachtige artilleriewerking mogelijk is. Dus niet dien, overeenkomende met de maximumdracht van 797

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1913 | | pagina 43