Aug. 1913.] Punt 6 der Gevechtshandleiding voor
sectiën of brigades zijn bevestigd. De sectiën of brigades
marcheeren b.v. met een tijdsverloop van 10 a 15 min. na
elkander af, verzamelen in de volgorde der aangegeven punten
ieder hun strookjes katoen en melden zich bij den C. Ct. op
een aangegeven punt.
b. Het marcheeren langs een op de kaart aangegeven route
met opdracht het terrein aan weerskanten van den marschweg
in teekening te brengen (schaal 200 pas op den c.M.). Hierbij
ruim gebruik te maken van bijschrijvingen, als bij bouwland
djagoeng, ketella, sereh, katjang; bij tuinen koffie, pala, sirih;
bij boomendjati, doerian, asem, sono, boengoer, enz.
c. Het marcheeren zonder kaart, doch met behulp van de
door een ander gemaakte schets langs de route bedoeld in b.
d. Marcheeren op het kompas zonder kaart, met geleidelijke
verzwaring der opdracht, b. v.
1. Marcheer van hier (plaats Ct.) recht Z. tot gij stuit op
een waterleiding, welke in de richting O.-W. loopt en rap
porteer hoe groot die afstand is.
2. Z. Z. O. van hier ligt op 1500 M. afstand een
.Chineesch graf; (een kramat, een mesdjid, een wachthuis,
een vischvijver)marcheer daar heen en geef, na terugkomst
uit het hoofd een beschrijving van dat terreinvoorwerp
en van zijn omgeving binnen een straal van 200 M.
3. Marcheer van hier 1300 M. recht Z.; vervolgens den
zelfden afstand O., N. en W., zoodat gij ongeveer weder op
dit punt uitkomt en vermeld het aantal en de soort dei-
paden en wegen, welke gij gekruist hebt.
e. Bij alle oefeningen buiten het kampement moeten offi
cieren en kader kaarten en kompas bij zich hebben en zal de
C. Ct.:
1. Herhaaldelijk de richting laten noemen, waarin men op
een gegeven moment marcheert, de plek op de kaart laten
aanduiden, waar men zich bevindt, de namen laten noemen
van nabij zijnde of in de verte zichtbare riviertjes, kampongs,
enz.
2. Vooral het Eur. kader de namen leeren van vrucht- en
758