Aug. 1913.] Vooruitgeschoven posten en stellingen. Daaraan is evenwel tegemoet te komen door met artille rie, waar mogelijk, over de vooruitgeschoven posten heen te vuren en voorts maatregelen te treffen, dat de terugtrekkende troepen spoedig het front van de eigenlijke stelling vrij ma ken. Ook uit dit oogpunt is een tijdige ontruiming gewenscht. Intusschen mag men zich niet te veel voorstellen van dit artillerievuur over zoo'n vooruitgeschoven post heen, vooral waar daarbij de waarneming van de doelen en van uitwer king, en daarmede de vuurleiding, hoogst moeilijk en dikwijls zelfs onmogelijk zullen zijn. En aangezien een goed verzekerde vuuruitwerking, vooral voor den verdediger, nog steeds de hoofdvoorwaarde is voor het succes, mag men het bovengenoemde nadeel van het belemmeren van het vuur uit de stelling niet onderschatten. Hel, moet daarom naar onze meening verkeerd zijn, zich de vooruitgeschoven posten voor te stellen als onafscheide lijk aan iedere verdedigende stelling verbonden, zooals dat bijv. het geval is met steunpunten in de lijn van weerstand. Vooruitgeschoven posten moeten dus hoofdzakelijk be schouwd worden als een noodzakelijk kwaad en de toepassing daarvan moet dus beperkt blijven tot die punten, waar het ter rein of de gevechtsomstandigheden zulks uitdrukkelijk eischen, Behalve om gedeelten van het gevechtsveld, die van uit de verdedigende stelling niet door vuur te bereiken zijn, te bebeeischen, ten einde den vijand te beletten zich aldaar vroegtijdig te nestelen, kan in sommige gevallen ook nog toe passing gewenscht zijn als steunpunt voor de verkennende cavalerie, ter bemoeilijking van 's vijands verkenning, als mid del om den vijand te misleiden omtrent eigen krachten, of om hem uit te putten. Vooruitgeschoven posten mogen niet te veel troepen ont trekken aan de eigenlijke verdediging. Steeds moet voor oogen gehouden worden, dat alle door den verdediger te ne men maatregelen, dus ook het aanwijzen van de bezetting der vooruitgeschoven posten, ondergeschikt moeten zijn aan de hoofdgedachte om op het geschikte oogenhlik, met 804

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1913 | | pagina 50