Aug. 1913.] Een hulpmiddel ten behoeve der legering in staat zij deze gegevens behoorlijk bij te werken, moet de tekst behalve in het Nederlandsch ook in de landstaal (Ma- leisch, Soendaneesch, Javaansch, Madoereesch, enz.) worden gegeven. Ten slotte moet op den staat worden vermeld door wien en wanneer deze staat het laatst is bijgewerkt, c.q. een bepaald onderdeel er van is gewijzigd of aangevuld. Kostbaar kan het verzamelen van de hier bedoelde gegevens niet zijn, terwijl bovendien door eene oordeelkundige arbeids- verdeeling binnen korten tijd de dessahoofden over geheel Java in het bezit van de hoogeromschreven staten zouden kunnen zijn. Toch zou het aanbeveling verdienen, alvorens tot eene alge- meene invoering over te gaan, eerst eene proef te nemen in een gewest of gedeelte daarvan, ten einde na te gaan op welke voor het Binnenlandsch Bestuur minst bezwarende wijze dit denkbeeld ware te verwezenlijken, waarbij uit den aard der zaak het D.v.O. naar vermogen steun zal hebben te verleenen. Het ligt dan echter voor de hand, hiervoor eene landstreek te kiezen, waarin binnen niet al te langen tijd manoeuvres of oefeningen op groote schaal zullen worden gehouden. Bij het vaststellen van de legeringsplaatsen zullen de troe pencommandanten c. q. de kwartiermakers aan de betrokken dessahoofden inzage vragen van de onder hunne berusting zijnde staten, en kan worden volstaan met na te gaan in hoeverre deze aanvulling of wijziging behoeven. X. Y. Z. SOS

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1913 | | pagina 54