831
Korte Mededeelingen. [Aug. 1913.
jagers van pl. m. 500 ton, 8 onderzeebooten van pl. m. 880 ton, ten
minste 2 groote mijnleggers.
Yoor vestiging der vlootbasis komen uitsluitend in aanmerking de
beide hoofdplaatsen ter noordkust van Java, Tandjong-Priok (Batavia)
en Soerabaja, en wel voornamelijk de eerste in verband met hare
gunstige ligging. Yan den aanleg van verdere eigenlijke hulpbasis
moet worden afgezien. Men bepale zich er toe op eemge punten van
den Archipel brandstof en levensmiddelen voor de vloot aanwezig te
hebben. Brandstofvoorraden zijn op te leggen aan de Zuid- en West
kust van Borneo en de Oostkust van Sumatra. Tandjong-Priok worde
hoofdbasisSoerabaja hulpbasis voor klein materieel.
Op Java zal overigens alleen Tjilatjap in aanmerking komen als
steunpunt voor de vloot. Aldaar kan daartoe met de aanwezigheid
van een hoeveelheid brandstoffen worden volstaan. Buiten Java kun
nen de volgende havens geschikt worden gemaakt om als steunpunten
voor de vloot te dienen: Sabang, Makassar, Ambon. De oorlogshaven
te Tandjong-Priok dient aangelegd ten Westen van het scheepvaartka
naal Tandjong-Priok Batavia.
Het hoofddoel van het leger werd hiervoren reeds omschreven als
zullende bestaan in het verdedigen van de vlootbasis en het zoolang
mogelijk beschermen van den zetel der Indische regeering. Resumee-
rende komt de Staatscommissie na deze omschrijving van het hoofd
doel van het leger tot de volgende samenstelling lo. voor de Buiten-
hezittinaen
A. Garnizoensinfanterie. Tot het aantal bataljons, compagnieën,
dat voor de verzekering van uitwendige rust en orde en tot hand
having van het Nederlandsen gezag tegenover de inheemsche bevol
king reeds in normale tijden noodig wordt geacht, de alsnog tot de
normale bezettingen dier gewesten behoorende ter Sumatra s W est
kust gelegerde veldbataljons behooren in verband hiermede door
garnizoensinfanterie te worden vervangen.
B. Eene compagnie vesting-artillerie ter bediening van de kust-
batterijen op Sabang.
2o. Yoor Java.
A. De noodige vesting (kust)-artillerie.^
B. Een afdeeling garnizoensinfanterie a 2 bataljons.
C. Yeiligheidsbezettingen en mobiele troepenmacht, gevende voor
het leger op Java een totale sterkte van 20 bataljons infanterie met
de tegenwoordig aanwezige hulpwapens.
In verband met de samenstelling van het leger zijn nog enkele
vraagstukken overwogen: le uitbreiding van het inlandsch element m
het Indisch leger. De Staatscommissie komt tot de conclusie dat weL
is waar de mogelijkheid bestaat, om het inlandsche element op ruimere
schaal in de organisatie van het Indisch leger te betrekken dan
thans het geval is, doch dat de eischen der strijdvaardigheid zich