Aug. 1913.1 Tactische oefening op de kaart. den Ct. van den Voorfcroep te laten, de Genietroepen kunnen even wel vermoedelijk later beter elders worden benut, en verdient het dus aanbeveling, deze tijdig aan den Yoortroep te ontnemen en bij de Reserve in te deelen. Eene enkele opmerking nog omtrent de Inf. spits. Zou misschien de le allinea van Y. Y. 67 aanleiding kunnen geven tot de opvat ting, dat de Ot. der spits rechtstreeks onder de bevelen van den Yoor- hoede Ct. staat, de 3de alinea van deze toont duidelijk genoeg aan, dat de Inf. spits als een vooruitgeschoven gedeelte van den Voortroep moet worden beschouwd, en de Ct. van de spits onder het commando staat van den Ct. van den Yoortroep, en zulks in tegenstelling met den Ct. van de Voorhoedecavalerie of c. q. van de Cavaleriespits. In verband met bovenstaande overwegingen verstrekt de Voorhoede Ct. de volgende bevelen: le Brigade. XXe Bataljon Infanterie. No. Kg. Tjipadang. 1, l-7-'13, 11.10. v.m. AANVALSBEVEL voor de VOORHOEDE. 1. Voorhoedecavalerie heeft geweer- en mitr. vuur ontvangen van het heuvelcomplex. Pr. Menteng. 2. De Voorhoede zal den vijand verdrijven. 3. le Comp., waarbij sectie Mitr. en evenredig deel gevechtstrein rukt op door de Kgs. Bodjongkoneng 2, Tjipadang 2 en Tjibenda. Voert inleidend gevecht. 4. 2de3de en 4de Comp. 1 sectie] marcheeren over Kg. Gentoer naar viersprong rijwegen in Djamboedipa. 5. Sectie Artilleriewaarbij 1 sectie 4de Comp. als dekking, in stel ling in O. rand Kg. Tjipadang 1; ondersteunt oprukken le Comp.; beschermt opmarsch overige compagnieën naar Djamboedipa. 6. Sectie Genietroepen voorloopig ter plaatse halthouden, sluit in Djamboedipa aan achter de 2de Comp. 7. Cavalerie zet verkenning voort tegen R. flank en rug van vijandelijke stelling. 8. Ik marcheer aan het hoofd der 2de Comp. Mondelinq aan Ct. Voortroep., Art. Ct., en Comp. De Bataljons Ct. Cten der Inf. A. Schriftelijk uittreksel aan Cav. Ct. en Ct. Ge- Majoor, vechtstrein. Ten opzichte van dit bevel zij opgemerkt, dat aan den Ct. van den Gevechtstrein thans nog geen nadere opdracht behoeft te worden verstrekt, aangezien deze, na detacheering van het voor de le Comp. bestemde gedeelte, slechts de vóór hem marcheerende Inf. heeft te 844

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1913 | | pagina 90