[Aug. 1913. Begrooting N. I. dienstjaar 1914. Jnd. ontw.
Aan de voorgestelde formatiewijzigingen is eene vermeerdering van
de jaarlijksche uitgaven verbonden van f 16 750.
Onderafdeelingen 254 en 270. Zooals reeds bij de schriftelijke en
mondelinge behandeling der loopende begrooting werd medegedeeld,
maakte de vraag door welke meer directe middelen, dan tot nog toe
waren aangewend, het concubinaat in het leger zou kunnen worden
tegengegaan, alstoen nog een punt van overweging uit.
Het thans beëindigde overleg ter zake heeft tot de conclusie geleid,
dat ten aanzien van hot kazerne-concubinaat niet op eens kan worden
gebroken met een toestand, welke met medewerking van de Overheid
zich met vele wortelen in het kazerneleven heeft vastgezet, maar dat
wel op die breuk behoort te worden aangestuurd en als einddoel in
het oog moet worden gevat een toestand waarin, althans voor de
Europeesche en de Inlandsche Christen-militairen, het gelicentieerde
en beschermde kazerne-concubinaat zal hebben opgehouden te bestaan.
Ten einde dit doel te bereiken, zal in de eerste plaats voor de Eu
ropeesche onderofficieren en voor onderofficieren van anderen land
aard, die den Christelijken godsdienst belijden, het verleenen van ver
gunningen tot het hebben van eene concubine in de kampementen
moeten worden gestaakt.
Yoor hen toch is het huwelijk materieel het best bereikbaar, terwijl
bovendien de onderofficieren ook op zedelijk gebied de voorgangers
behooren te zijn van de korporaals en de manschappen. Er zal echter
rekening worden gehouden met bestaande verhoudingen, zoodat nie
mand zal worden gedwongen eene concubine weg te zenden, die hij
met toestemming van de bevoegde autoriteit bij zich heeft, op het oogen-
blik dat de hierbedoelde maatregel wordt ingevoerd.
Deze maatregel zal echter gepaard moeten gaan met onbeperkte
openstelling, ook voor de Europeesche onderofficieren, van de ge
legenheid tot huwen.
Natuurlijk zullen niet alle onderofficieren van die gelegenheid ge
bruik maken, maar wel laat het zich aanzien, dat het aantal gehuw
den onder die militairen beduidend zal toenemen. Er zal dan ook al
dadelijk moeten worden begonnen met het bijbouwen van logies voor
gehuwde onderofficieren.
Yoor de Europeesche onderofficieren zal dan moeten worden gere
kend op eene totale vermeerdering van het aantal woningen voor ge
huwden met ongeveer 550, hetgeen bij een eenheidsprijs van 4200.
een uitgave vordert (met inbegrip van de onderhoudskosten) van rond
2 400 000.Aangezien de aanbouw van nieuwe woningen met de
opheffing van het concubinaat geen gelijken tred behoeft te houden,
daar bij gebrek aan voldoende logies van gouvernementswege huishuurin
demniteit kan worden toegekend, is de termijn van aanbouw dezer wo
ningen voorlnopig gesteld op 12 jaar. Yoor het jaar 1914 zullen de
kosten ten laste komen van bij onüerafdeeling 254 der ontwerp-begroo-
(1) Voor de Christen-onderofficieren van niet-Europeeschen landaard is
het getal, dat gehuwd mag zijn, reeds thans onbeperkt.
850