Begrooting N. I. dienstjaar 1914. Ind, ontw. [Aug. 1918.
het slagveld, dienen organisatie en formatie van deD hospitaaldienst
te worden herzien. Bovendien voldoet de verpleging der patiënten in
de militaire ziekeninrichtingen niet aan de eisehen, welke daaraan in
billijkheid kunnen worden gesteld.
In de eerste plaats behoort de verpleging van ernstige patiënten in
de groote militaire hospitalen te worden toevertrouwd aan verpleegsters,
die, zoolang h.t.l. nog niet over een kern van goed onderlegd
Europeesch personeel wordt beschikt in het bezit behooren te zijn
van een Nederlandsch diploma.
Zij zullen te onderscheiden zijn in:
le. directrices, voor het algemeen toezicht.
2e. hoofdverpleegsters, voor het toezicht over de op eene zaal werk
zaam gestelde, verpleegsters, en
3e. verpleegsters 1ste klassein het bijzonder voor de verpleging
van ernstige patiënten.
Daarnaast zullen de tegenwoordig in de hospitalen roeds in de
vrouwenafdeelingen werkzame, niet in het bezit van een Nederlandsch
diploma zijnde verpleegsters worden gehandhaafd als verpleegsters
2e klasse.
De verpleegsters 1ste klasse zullen eene tegemoetkoming voor
eerste uitrusting ontvangen van f 200 en een aanvangstraktement
van f 75 's maands met drie driejaarlijksehe verhoogingen van f 25;
de hoofdverpleegster een aanvangstraktement van f 200 's maands
met eene driejaarlijksehe verhooging van 25;
de directrices een maandelijksch traktement van f 250.
Alle gediplomeerde verpleegsters zullen in het genot worden ge
steld van vrije woning, waartoe in de hospitalen op eenvoudige wijze
een zusterhuis zal worden ingericht.
De verpleegsters 2de klasse zullen hunne tegenwoordige inkomsten
behouden.
Daar het niet is te verwachten, dat binnen afzienbaren tijd over
het volgens de tegenwoordige formatie benoodigd aantal Europeesche
soldaten-ziekenverpleger zal kunnen worden beschikt, verdient het
aanbeveling de normale formatie van het hospitaalpersoneel meer in
overeenstemming te brengen met den feitelijken toestand door inkrimping
van die categorie van militairen tegen uitbreiding van het aantal
burger-ziekenverplegers, welke maatregel echter dient gepaard te gaan
met eene verbetering van het gehalte van laatstgenoemde personen.
Hiervoor is noodig eene verbetering van hun traktement, dat thans
in maximo ƒ47.50 's maands bedraagt, waarvoor vrijwel geen andera
personen kunnen worden aangeworven dan gewezen militairen, aan
wie het niet is gelukt eene andere betrekking te bekomen.
Ten einde te kunnen beschikken over jongere, theoretisch en practisch
beter onderlegde krachten, zal aan de burger-ziekenverplegers een
aanvangstraktement worden toegekend van ƒ30 's maands, hetwelk
na het met gunstigen uitslag doorloopen van een cursus voor zieken-
I. M. T. 1913. 56.
853