954 Sept. 1913.] Korte Mededeelingen. kunnen endosseeren aan de ambtenaren van het B. B., terwijl het m. i. intendance werkzaamheden zijn, die nimmer door bedoelde ambtenaren naar behooren behartigd zulleu worden. De helft der desa's wordt zoo goed als nooit door een controleur bezocht, zoo mogelijk worden alle zaken op districtsvergaderingen afgehandeld; wie zal desa'sge- wijze beoordeelen „hoe de putten zijn, of het water zonder reuk en goed van smaak is met al of niet vergane plantendeelen, of de bron een dikke straal heeft" enz? Wie zal de hoeveelheid „kippen en pluimvee" taxeeren, de hoeveelheid bier en limonade in pasars en toko's opnemen? Wie de woningen uitmeten? X Y. Z. wenscht door het D. v. O. desa'sgewijze een topographisch detailblad 120 000 te doen verstrekken. De kleinste detailbladen beslaan6000 bouws d. i. in tal van streken 60 a 100 desa's, zoo dat een gelijk aantal detailbladen beschikbaar zou gesteld moeten worden door de Topographische Inrichting, die, gelijk bekend, zöö uit haar krachten gegroeid is, dat jaar en dag op de vervulling van dezen wensch gewacht zou moeten worden. S. schijnt er niet mee bekend te zijn, dat alle desahoofden in stre ken, waar de nieuwe landrenteregeling is ingevoerd, in het bezit zijn van een copie landrentekaart 15000 een algemeen overzicht schenken deze kaarten echter allerminst en het zich orienteeren erop is moeielijk wegens het ontbreken van hoogteljjnen en begroeiingsteekens. Niet alleen dat Commandanten van groote troepenafdeelingen zich in hun ne bewegingen en keuze van bivakplaatsen niet kunnen doen beper ken door desagrenzen, in tijd van oorlog zal bovendien het desabe- stuur met zijn kaart in den regel zoek zijn, zoodat ik het verkieselijker acht dat de Gen. Staf en Intendance reeds in vredestijd de beschikking hebben over de noodig geoordeelde gegevens. Het overigens practisch grondidee van S. zou voor verwezenlijking vatbaar zijn, indien de bepalingen luidden „Ten behoeve van Colonnecommandanten verzamelt de Gew. Inten dant in duplo districts- en desa'sgewijze opgaven van: 1. aantal zielen, sterkte veestapel enz. (deze staten worden reeds jaarlyks door de lol. Ambtenaren opgemaakt, zoodat hiervan slechts copieën genomen behoeven te worden); 2. oppervlakten der sawah- en droge gronden na afloop van de landrentemetingen en elke 10 jaarlijksche herziening van een district (in verband met de gemiddelde opbrengst, het jaargetijde en de be volkingsterkte is de vermoedelijke voorraad hieruit te berekenen); 3. pasanggrahans, desa en andere scholen, pakhuizen, loodsen en alle andere voorname gouvernementsgebouwen 4. koffie-, thee- en tabaksondernemingen, suikerfabrieken, rijstpelmo lens enz. Alle andere belangrijke gegevens worden met die onder 3 en 4 vermeld op eene landreute-districtsoverzichtskaart (c. q. blauwdruk 20 ervan) schaal 1: 000 ingeteekend, b. v. bronnen met een blauw kringetje, de woning van het desahoofd met een roode D, loemboeng- desa met een roode L. enz. enz.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1913 | | pagina 100