Sept. 1913] Overzicht van eenige Tijdschriften.
meent als zijn ervaring te kunnen vermelden, dat in het algemeen
het uitzicht niet medevalt. In Nederland hangt, zoo lezen we, bijna
gedurende het geheele jaar een blauwachtig waas, dat de waarneming
op 1500 M. en daarboven zeer belemmert.
In de bedekte terreinen acht S. het waarnemen uit vliegtuigen,
die minstens 500 M. hoog moeten vliegen, zeer moeielijk.
Ten slotte geeft S. nog eenige korte opmerkingen over het schieten
op vliegtuigen en ballons, alsmede over het werpen van springstoffen.
Van denzelfden schrijver valt nog te vermelden een artikel, getiteld
„Waar blijven de gewonden van het slagveld." Als antwoord geeft
S. aan de hand van het Nederlandsche Oorlogsvoorschrift Geneeskun
dige Dienst een algemeen schematisch overzicht van het optreden der
geneeskundige afdeelingen bij een gevecht op eenigszins groote schaal
Een drietal zeer duidelijke schetsen zijn aan het opstel toegevoegd.
Nog worden daaraan toegevoegd eenige cijfers omtrent den aard der
verwondingen in de laatste oorlogen. Als reeds vroeger, treft ons onder
die opgaven het gering percentage (0.8) gewonden door de bajonet
veroorzaakt in den Russ. Jap. oorlog. En die oorlog deed de bajonet
herleven
Vermelden we nog de navolgende artikelen
„Schetsen uit Mantsjoerije" door den Kes. Luit-, Kol. J. C. van den Belt;
„Eeuwherinneringen" van denzelfden schrijver;
„Bijslag en toelage" door den len luit. kwm. H. J. Koole.
De Militaire Spectator 1913 No. 7
De schrijver van het artikel „De Balkan oorlog 1912-1913" behandelt
in deze aflevering de organisatie van het Montenegrijnsche leger en
maakt verder een aanvang met de behandeling van de operatiën van
dat leger.
Van de belangrijke studie „Eischen, waaraan moderne pantserforten
moeten voldoen" van den majoor der art. J. L. Ranneft, wordt ons thans
het slot gegeven. Daarin wordt thans behandeld le de nabij verlichting,
2e de communicatie van het inwendige van het fort naar het hoofd
gebouw, 3e de zoeklichten.
Rekening houdende met de door hem gestelde en omschreven eischen
heeft S. voorts een fort ontworpen, waarvan de platte grond wordt
aangegeven, waarbij nog eenige toelichtende beschouwingen.
Ook de luitenant van Slobbe geeft het slot van zijn opstel over „De
samenwerking van infanterie en Infanterie-mitrailleurs bij den aanval..
S. geeft met betrekking tot de mitrailleurs enkele desiderata aan, welke
kort saamgevat als volgt luiden
le De rook, welken onze mitrailleurs ontwikkelen en waarover reeds
veel werd geschreven, moet op een of andere wijze worden verminderd-
960