De gevechten bij Sandepu. [Sept. 1918. N. van Peitosa op. Volgens opgave van von Trotha zouden deze beide brigades in den namiddag van den 25en naar Tschantan afgemarcheerd zijn. Het resultaat van dezen dag was dus zeer bedroevend. Van een krachtig aanvallen wat hier toch zeer zeker geboden was om den Japanners te beletten versterkingen te doen op rukken—kan hier geen sprake zijn. Von Tettau zegt daaromtrent: 2) „Zoo was dus tegen den avond van den eersten gevechts- „dag het leger van 100.000 man, dat slechts bij Hokoetai „van eene kleine bezetting krachtigen weerstand had onder bonden, slechts ongeveer 4 K. H. voorwaarts gekomen. In „plaats van door een verrassenden gelijktijdigen aanval „van alle krachten reeds op den eersten dag een beslis send succes te verkrijgen, had men den tegenstander tijd „en gelegenheid gelaten, de bedoeling te onderkennen en „zijne tegenmaatregelen te treffen." Het Japansche Hoofdkwartier gelastte naar aanleiding van het Russische offensief, dat de 8e Divisie en eene landweer brigade zich naar Hokoetai moesten begeven. Deze troepen hadden in een zwaren sneeuwstorm gepaard met strengen vorst 19 mijl af te leggen. Hamilton zegt daaromtrent: 3) „Certainly they made a good start by marching nineteen „miles in this awful weather." Deze troepen marcheerden in den avond van den 25en van hunne standplaatsen bij Yentai af. Gedurende den nacht bleef de toestand verder onveranderd. 26 Januari. Had gedurende den voorgaanden dag een krachtige Noor denwind gewaaid, nu hadden de troepen te kampen rnet een dikken mist, terwijl de temperatuur tot 12 graden daalde. 875 1) Jahrbüeher Febi'. 1906 bl. 194 „Zur Schlaeht von Sandepu" 2) Achtzehn Monate II bl. 248. 3) Scrapbook II bl. 354.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1913 | | pagina 21