De gevechten bij Sandepu
[Sept. 1913.
In zijn werk „Sandepu" deelt de Overste van den Gene-
ralen staf Nowizki dienaangaande het volgende mede:
„Op den 26en en nog meer gedurende de volgende da-
„gen ontbrak elke gevechtsleiding. Waar Grippenberg
„zich ophield (Tschantan) was niet bekend gemaakt; de
„Commandanten van het VUIe korps en van de 14e Di-
visie 1) kon men menigmaal niet vinden! 2)
Commentaar is hier verder overbodig.
Het Liao-ho-detachement, dat eerst zoo energiek voorwaarts
gemarcheerd was en met zijne voorhoede Mamykai en Tschi-
taitsy bezet had, bleef nu echter geheel werkeloos. Daar het
maar plus minus 8 K. M. Zuidelijk van het Ie Sib. korps stond,
had het zeer goed daarmede kunnen samenwerken, en door een
oprukken in N. O. richting had het zeer zeker er toe bijge
dragen om den Japanschen aanval tot staan te brengen en had
daardoor dan de taak van het Ie Sib. korps belangrijk verlicht.
Niet onmogelijk is 't, dat de ontvangen terechtwijzing voor
het op den 25en genomen initiatief hieraan schuld is. Boven
dien werd er telkens door Koeropatkin op gewezen, dat het
Liaoho-det. tot taak had het terrein tusschen Liaoho en
Hunho te observeeren.
De Cavalerie van Mischtschenko, die dezelfde opdracht
had als het Liaoho-detachement (zie punt 5), handelde daaren
tegen energieker. Deze ging in N. O. richting vooruit en ver
dreef de Japansche voorposten, die slechts uit cavalerie en
zwakke infanterie-afdeelingen bestonden. Tegen den middag
bezette zij de dorpen Tunhopu, Siuerpu en Niuge en nam van
daaruit met hare batterijen de tegen Sumapu oprukkende Ja
pansche afdeelingen onder vuur. Ware zij hier ondersteund
geworden door het (8 bataljons, 21 sotnien en 20 stukken
sterke) Liaho-detachement, dan was hier zeker een succes
verkregen, dat het le Sib. korps in staat gesteld zou hebben
zich meester te maken van het begeerde Sumapu. De Cavalerie
overnachtte in den omtrek van Siuerpu.
881
1) Zie noot 2 op voorgaande blad.
2) Zie bl. 872 en 873