Sept. 1913.] De gevechten bij Sandepu.
„aankomen van het Leger van Nogi een algemeen beslissenden
„aanval te zoeken. Wellicht hebben schijnbewegingen van de
„Japanners tot het idee van een beraamden aanval geleid;
„maar zelfs al ware deze uitgevoerd geworden, dan lag toch
„niets meer voor de hand dan een met alle kracht voorwaarts
„gaan van het He Leger tegen de vijandelijke flank. Nog al-
„tijd was de helft van dit Leger in het geheel niet in den
„strijd ingezet geworden; een energiek, gelijktijdig voorwaarts-
„gaan van alle deelen moest tot de overwinning leiden."
Tot een dergelijk energiek handelen kon Koeropatkin niet
besluiten; tegenover een voorwaartsgaan van den vijand zocht
hij zijn heil in het defensief, hoewel de ondervinding hem
toch geleerd moest hebben, dat zulks tot een nederlaag moest
leiden
29 Januari.
In den nacht van 28/29 Januari werd ingevolge de ontvan
gen bevelen de terugtocht ondernomen. Hoewel de Japanners
nu reeds drie dagen en nachten gestreden hadden, was voor
dezen nacht een algemeene aanval beraamd. Het gelukte den
Russen echter, niettegenstaande de bezwaren, die aan het
medevoeren van de gewonden verbonden waren, zich in goede
orde naar de aangewezen stellingen terug te trekken. De Japan
ners vervolgden slechts tot aan de Hoenho, waar om 9.30 v.m.
de eerste afdeelingen aankwamen. De japansche berichten
vermelden echter, dat de Japanners doordrongen tot 1 K. M.
zuidelijk van Tschantan.
Gedurende den 29en werden door de afdeelingen van het
He Russische Leger de volgende stellingen ingenomen:
a. Het I Sib. Legerkorps ging als reserve terug naar Maturan.
b. Het Gecomb. Scherpschutterskorps versterkte zich bij
Tschantan op de beide Hoenho-oevers.
c. Het VlIIe korps bleef in zijn geheel op den linkeroe
ver in de lijn Tschouguaopoe Kukiatsy.
892
o. a. de linkervleugel bij Liaoyang,'ten N. van do Taitsyho.
2) Mil. Woclienblatt 1906 No. 82.
