det Ind, (Uil Tijdschrift Deroordeeld.
In de op 30 Juni j.l. gehouden algemeene vergadering van
de Ind. Krijgsk. Vereeniging, welke buiten het bestuur door
vier leden bezocht werd, bracht de Secretaris der Vereeniging,
de heer Sieburgh, het uitgeven van een eigen tijdschrift aan
de orde.
Het is te betreuren, dat aan het voornemen om zoo'n be
langrijk onderwerp ter sprake te brengen geen bekendheid
is gegeven (op het convocatie biljet was daaromtrent niets
vermeld), daar anders zeker heel wat meer leden ter verga
dering zouden zijn opgekomen en van hunne meening hadden
kunnen doen blijken. Het uitgeven van een eigen tijdschrift
zal toch wel geen vrucht van een plotseling ter vergadering
ingevallen gedachte geweest zijn en waar de introductie uit
den boezem van het Bestuur voortkwam, ligt het voor de
hand, dat een drukke opkomst gewenscht zou zijn
Wij nemen het door den heer Sieburgh gesprokene uit het
gedrukte verslag van de alg. vergadering over.
„M. M. H. H. Herhaalde malen is door verschillende offi
cieren het denkbeeld geopperd, om door de Vereeniging een
eigen tijdschrift te doen uitgeven. Daar dit denkbeeld mijne
volle sympathie heeft, meen ik van deze gelegenheid gebruik
te mogen maken het volgende onder Uwe aandacht te brengen.
Het eenige militaire periodiek, dat wij thans in Indië hebben,
is bet door de firma G. Kolff Co. uitgegeven Indisch
Militair Tijdschrift. Bij totale afwezigheid van eenig con-
curreerend tijdschrift, is het I. M. T. er in geslaagd, zich
tientallen jaren lang staaDde te houden, niettegenstaande
het allesbehalve het ideaal van een militair-wetenschappelijk
tijdschrift kan worden genoemd. De oorzaak van dit laatste
moet worden gezocht in de omstandigheid, dat de uitgevers-
857
I. M. T. 1913. 58.