Een neferaan, In dezen tijd van vooruitgang op allerlei gebied vergeten wij dikwijls spoedig de dingen, die achter ons liggen. Onze blik is steeds gevestigd op de toekomst, op verbetering van bestaande-, en uitvinding van nieuwe zaken, waarvan de toe passing op militair gebied in beproeving is. Wij schenken onze aandacht aan vliegmachines en bestuurbare luchtballons, aan verbetering in alle richtingen van Artillerie-materieel, aan kracht wagen vervoer, aan draadlooze telegraphie en tele fonie, aan zoeklichten, enz. Ik kom U vragen, lezer, een oogenblik terug te denken aan den tijd, toen al die moderniteiten nog niet bestondeni toen de hulpmiddelen tot het voeren van den oorlog minder volmaakt waren, en de expeditiën in Indië nog met primitieve geweren en vuurmonden en voor het grootste deel met het blanke wapen tot een goed einde gebracht moesten worden. Het was tegen het einde van het eerste jaar van dejr Bandjermasinschen krijg (den 27en December 1859), dat door het verradelijk optreden van Toemenggoeng Soerapati, Hoofd van de landschappen Siang, Moeroeng en Boven Doesson, Z. M. Stoomschip „Onrust" te Lontontoeor aan de Teweh-rivier werd afgeloopen. Soerapati bleek daarna de voornaamste me destander te zijn van Antasari, den pretendent voor de kroon van het Bandjermasinsche rijk, tegen wien de oorlog gevoerd werd. Daar de troepen eerst nog elders noodig waren, kon eerst tegen eind Januari 1860 worden overgegaan tot een optreden tegen Soerapati. Vóór bet vertrek der troepen van Bandjer- masin op 27 Januari 1860 naar Boven-Barito, werden zij door Majoor Verspijck toegesproken en zeide deze o. m.: „Het verraad van Soerapati eischt een bloedige wraak; het bloed uwei makkers kan slechts door het bloed der moordenaars 9

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1913 | | pagina 49