Sept. 1913]. Het Ind. Mil. Tijdschrift veroordeeld.
firma zóó'n bescheiden bedrag ter beschikking van den redacteur
stelt, waarvan deze het honorarium voor corrector en mede
werkers moet afzonderen, dat dit honorarium althans voor
Indië buitengewoon laag moet worden genoemd. Voorts
is de redacteur noodgedrongen verplicht herhaaldelijk artikelen,
waarbij platen of kaarten behooren, af te wijzen, uitsluitend
omdat de uitgever bezwaar maakt de meerdere kosten aan
de reproductie, hieraan verbonden, te dragen. Verleende de
Topografische Dienst hierbij niet zoo vaak zijn ge waardeerden
steun, dan zou het nog treuriger met net tijdschrift zijn
gesteld. Omtrent het aan de medewerkers uitbetaalde
honorarium zij nog opgemerkt, dat kaarten of grafieken welke
gewoonlijk van den medewerker den meesten tijd vorderen,
en die er zeer veel toe kunnen bijdragen, niet alleen de
duidelijkheid te verhoogen, maar bovendien den omvang dei-
artikelen te verminderen, bij de berekening van het honorarium
in het geheel niet in aanmerking worden gebracht. Dat het
gehalte van het tijdschrift hieronder moet lijden, spreekt wel
vanzelf.
Al de hier opgenoemde bezwaren kunnen worden onder
vangen bij een tijdschrift, dat door de Vereeniging wordt
uitgegeven. Als bijgaande voordeelen kunnen nog worden
genoemd, dat de afleveringen niet aan een normaal volume
zijn gebonden, en plaatsgebrek geen reden behoeft te zijn,
om bijdragen maanden lang in portefeuille te houden. Tevens
zal dan een einde worden gemaakt aan den minder gewensch-
ten toestand, dat de uitgever redacteur en corrector kan
behandelen als loontrekkenden der firma.
De Vereeniging, welke over eenig kapitaal beschikt, acht
ik in staat een tijdschrift van denzelfden omvang als het I.M.T.
uit te geven tegen veel lager abonnementsprijs en daarbij
nog een aanzienlijk hooger honorarium aan de medewerkers
te waarborgen".
Na eenige discussie verzoekt de Voorzitter den Penning
meester, den Secretaris en bij loting uit de aanwezigen den
858