Dit blijkt niet overbodig te zijn, want de roode cavalerie werpt haar wederom in de richting van den grooten weg terug, doch wijkt dan voor de aanrukkende infanteriever- sterking. De achtergebleven staande patrouille bij Moendjoel 1 meldt, dat de vijandelijke cavalerie in de richting Kalapa- doewa 2 is doorgerukt, welk bericht zoo spoedig mogelijk doorgaat naar Commandant Hoofdmacht, met- verzoek, eene afdeeling uit te schuiven op den weg naar Pondok-Gedè, ten einde opdringen langs dien weg naar den Hoofdweg te voor komen. Is het na hardnekkigen weerstand den Commandant dei- achterhoede in de stelling Gandaria 1 Tjiboeboer 2 gelukt het élan der nadringende vijandelijke infanterie te breken, dan moet hij er op bedacht zijn. als zijn Hoofdmacht een afstand van 5 a 10 K. M. heeft verkregen, de stelling lang zaam te ontruimen, en zal daartoe zijn intacte troepen ge bruiken, om een krachtigen tegenstoot te maken. Heeft deze succès, dan kunnen de in de tirailleurlinie ontwikkelde af- deelingen achterwaarts de stelling verlaten en geleidelijk naar den hoofdweg aansluiten, waar de marschcolonne geformeerd wordt. De gewonden zullen hierbij meestal onder bescher ming van de roode-kruisvlag en met het behandelend per soneel moeten worden achtergelaten. Zoo vormen de het zwaarst in gevecht geweest zijnde troepen den Hoofdtroep van de achterhoede, terwijl de troepen, die den tegenstoot hebben gedaan, straks den achtertroep zullen vormen. De cavalerie blijft tot het laatste oogenblik in ha re opstelling; heeft zij nog eenige gevechtskracht, dan kan de Achterhoede-Commandant haar gros op het laatste oogenblik naar Gandaria 3 laten komen, om de vijandelijke infanterie na het afmarcheeren van den achtertroep, zoo noodig, nog eenige oogenblikken door vuur op te houden, daarna snel op te zitten en het verband met de achterspits te herstellen. De linker (West) patrouille krijgt daarbij opdracht te mar- cheeren van Tjidjantoeng 4 over Roemboet 2 en 1 naar Tji- djantoeng ilir, verder over Gedong-Tandjoeng en Tjondet Bale 918 [Sept. 1913. HET GEBRUIK VAN ONZE CAV. B/d VEILIGHEIDSTROEPEN.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1913 | | pagina 64