Bel Ziüem-onderriem in ons heger, Ik verzoek den lezers verschooning, dat ik niet aankom met eene beschouwing over vliegkunst, mitrailleurtactiek, modern berg-geschut ol den Balkan-oorlog, maar met een praatje over een kunst, die zoo oud is als de uiensch il eid. De conclusie gevende vóór het betoog een feit is 't, dat de zwemkunst in ons leger tot heden wordt veronachtzaamd. Hoewel ik toegeef, dat 't hier niet geldt een belang, waar mede ons leger valt of staat, elkeen zal toch met mij de wenschelijkheid erkennen, dat ieder officier en ieder soldaat de zwemkunst machtig zij. Mag er één hindernis bestaan, die onzen Indischen Infan terist tegenhoudt? Mag er onder officieren één zijn, die, waar zijn troep voor een groot deel zonder aarzelen in de kali springt, zelf met een angstig gezicht op den kant blijft staan Moet, wanneer ergens een drenkeling in 't water spartelt en onder de omstanders bevindt zich een militair, deze niet de eerste zijn om hem na te springen en te redden Zijn er niet te velde, bij het overtrekken van rivieren, en ook nu en dan bij vredesoefeningen in het garnizoen, vaak mensehenlevens door verdrinken verloren gegaan? Misschien waren niet al deze ongelukken te voorkomen geweest, maar toch zeker wel voor een groot deel, als alle betrokkenen goed hadden kunnen zwemmen. Zijn bovendien geneeskundigen en leeken het er niet over eens, dat er misschien geen andere lichaamsbeweging bestaat, zoo heilzaam als de zwemsport? En toch weet ik bij ondervinding, dat er onder onze mili tairen nog velen zijn, Europeanen zoowel als Inlanders, maar Europeanen naar verhouding het meest, die niet kunnen zwemmen. Ja, sommigen zijn zelfs bang voor water! En wat heelemaal iets ongehoords is, ik ken verscheidene Officierendie deze kunst niet machtig zijn. 920

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1913 | | pagina 66