Sept. 1913.] Het Zwem-onderricht in ons Leger. van binnendienst, om op te frisschen na 't voetballen of de gymnastiek. Maar 't gehalte der oefeningen bleef vrijwel gelijk. De badknechts bonden er wel eens een het touw om 't lijf, maar hoewel zelf zwemmers, hadden ze geen besef van eenige leermethode. Een tijd lang moesten de nietzwemmers zich in de middaguren oefenen, hetgeen evenwel geen resul taten kon hebben onder de gegeven omstandigheden, zelfs al was het toezicht minder gebrekkig geweest. Een enkele luitenant trachtte wat methode in te voeren, maar zag spoe dig in, dat zijn eenzame poging geen vruchten droeg. Een enkele fuselier, die er zelf plezier in kreeg, maakte zich heelemaal op zijn eigen houtje de kunst eigen, hoewel na tuurlijk gebrekkig; en hij was een witte raaf. Zóó is mijn ondervinding. Mogelijk zijn er onder de lezers, die 't beter getroffen hebben. 't Is dus met dat zwemmen niet zooals 't zijn moet. En om daarin verbetering te brengen zou de zaak krachtig moeten worden aangevat. In de eerste plaats zou de geschikte gele genheid, waarvan in den „Grondslag" gesproken wordt, maar die bijna overal ontbreekt, moeten worden geschapen. Men bouwe in de groote garnizoenen en op de standplaat sen der Dépöt-Bataljons zwembassins, voorzien van de noodige hulpmiddelen voor een goed onderricht. Behalve het nut, dat daarvan in de aangegeven richting valt te trekken, zouden zij ertoe bijdragen, het leven van den fuselier te veraangenamen en hem een ontspanning meer bezorgen, terwijl ook de burgerij er een dankbaar gebruik van zou kunnen maken. Daarom zijn de besturen onzer groote gemeenten er wellicht toe te brengen, hunne mede werking te verleenen, want een overbodige luxe zijn zulke inrichtingen in Indië zeker niet! In de tweede plaats ware het wenschelijk in den „Grond slag" de eisch uit te breiden, zoodat iedereen, zoowel offi cieren als kader en soldaten, het daarin aangegeven einddoel bereikt en dat bovendien officieren en kader bekwaam zijn om stelselmatig onderricht tegeven volgens een vaste, re- 922

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1913 | | pagina 68