Koste Mededeelingen. 944 Sept. 1918.] Q6 Pruisische „Normal Null", die overeenkomt met Amsterdamsch peil, als algemeen vergelijkingsvlak aangenomen. Oorspronkelijk dienden de 125000 bladen alleen voor de repro ductie der bladen van de topografische atlas op 150 000, doch korten tijd nadat een aanvang werd gemaakt met het iuteekenen der hoog telijnen op de kadasterbladen, werd bealoten ook de 125 000 bladen te reproduceeren en zoo ontstond de Topographische Korte von Bayern, 1 25 000 (tot liet jaar 1901 „Po- üiionsbliitter" genoemd). De kaart is bewerkt in eene polyederprojectie, de noord-en zuid randen der bladen zijn bogen van groote cirkels, de west-en oostranden zijn bogen van cirkels evenwijdig aan den hoofdmeridiaan. De tot 1901 middels photolithografie gereproduceerde bladen vertonnen nog al verschil wat de wijze van uitvoering betreft. Eerst waren het zwart- drukken met arceeringen en hoogtelijnen op 10 M. afstand, later werd de situatie zwart, de configuratie van het terrein bruin gedrukt, kort daarop werden spoedshalve weer zwartdrukken uitgegeven, doch in 1894 kwam men weer op de bruine hoogtelijnen terug. Sedert 1901 vindt de steen gravure toepassing en wordt de kaart in drie, resp. vier kleuren ge reproduceerd situatie zwart, wateren blauw en hoogtelijnen bruin (de 100 M. hoogtelijn aangedikt). Op de voor de hoogtelijnen be stemde steenen zijn ook de rotspartijen uitgewerkt, bovendien wordt het relief versterkt door eeu krijtdruk, eene combinatie vau schuine en verticale verlichting. Het aantal bladen bedraagt 981, waarvan 89 voor de Pfalz. Andere voorname kaartwerken zijn Topographischer Atlas vom Konigreiche Bayern, 1 50000. De eerste uitgave van den atlas had plaats van 1812 tot 1867. Zij is uitgevoerd in kopergravure (het terrein in arceeringen) en door omdruk op steen in het zwart gereproduceerd. De afmetingen der bladen bedragen 80 bij 50 c.M., voor de overbrenging naar het platte vlak is de Bonneprojectie gebezigd. Om een handiger formaat te verkrijgen, wordt de tweede uitgave van den atlas uitgegeven in halve bladen, deze worden in den laatsten tijd voor de grensstreken tot de randen bewerkt. Tegenwoordig ver schijnt de kaart in tweeërlei wijze van uitvoering en wel de bladen op het hooggebergte betrekking hebbende, evenals de laatste 1 25 000 bladen, in vier kleuren, de overige bladen in twee kleuren, het terrein bruin in arceeringen en hoogtelijnen, de laatste op 20 M. afstand. De bladen zijn genummerd van 1 tot 112, de halve bladen ten getale van 197 dragen de toevoeging oost of west. (1 Echter geen graadafdeelingskaart zooals b.v. Pruisen, Oostenrijk, Italië en Nederlandsch-Indië. '(ie der topographisclien Karte von Bayern zugrunde liegende Darstellungsart ist niclits anderes als eino polyederprojection, welche sich von der Gradabteilungskarte nur dadurch unterscheidet, dass die Blattrander keine geographisclie Netzlinien sind." (Karl Then).

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1913 | | pagina 90