Set 3apansebe uoorschrift noor de opleiding.
949
Korte Mededeelingen.
[Sept. 1913.
Of de opvatting van den heer H. omtrent de samenwerking van
mitrailleurs met de infanterie de juiste is, wil ik hierin het midden laten.
Ik deel die niet en bevind mij met de mijne in goed gezelschap.
De mitrailleur is een infanteristisch wapen en net zoo min als de
infanterie haar vuur reeds op 1500 M. opent bij een aanval, die eene
beslissing beoogt, zal een M. Ct. dit reeds op dien afstand zijne mi
trailleurs laten doen, tenzij noodgedwongen, of, om een prachtig
doel eventjes te nemen. Een verstandige tactiek van de aanvallende
mitrailleurs, die de infanterie moeten steunen, bestaat daarin, zooals
de heer II. toch ook wel zal weten, om de tactiek der infanterie
over te nemen, d. w. z. zoo lang mogelijk terrein te winnen zonder te
vuren, tot dat zich een loonend doel aanbiedt, bijv. op 1000 a 800 M.
Het „langdurige vuurproces" met „reusachtig munitieverbruik",
waarvoor de heer II. ten rechte terugschrikt, zouden alleen mogelijk
zijn als de mitrailleurs al maar door zouden moeten vuren, wat ik
toch absoluut niet heb betoogd, evenmin, dat vurende mitrailleurs
alleen in voorste linie zouden behooren te zijn en daar nog wel een
„langdurig" vuurgevecht zouden moeten voeren.
Mijn geachte bestrijder, dien ik mijn dank betuig voor de aan mijn
stuk betoonde belangstelling, houde mij ten goede, dat ik hiermede
afscheid van hem neem en van mijn kant het debat sluit.
E. Kiliax.
Kapitein.
Bij Alg Order No. I, den 5den Februari van het 2e jaar van
Taisho is in het Japansche leger een voorschrift voor de opleiding
van soldaten, kader en officieren uitgegeven.
Aangezien uit den aard der zaak de militaire opleiding in een nationaal
militie leger door andere factoren wordt beheerscht dan in een actief
koloniaal leger van vrijwilligers met lang dienstverband, is het van
minder belang het voorschrift in extenso over te nemen en geven
wij daaruit alleen de „Grondbeginselen" en Hfdst. I „Algemeene regels",
die echter een aandachtige beschouwing wel waard zijn
Grondbeginselen.
1. Het doel van de militaire opleiding is het geschikt maken van
de manschappen voor hunne taak als strijder, zoowel individueel als
in onderling verband. Daar een onverschrokken militaire geest en een
strenge krijgstucht in den strijd onmisbaar zijn, zullen deze eigenschap
pen door de opleiding aangekweekt en ontwikkeld worden.
Zijn leven veil hebben voor een rechtvaardige zaak, een sterk ont-
1) Met den dood van den vorigen Keizer is het tijdperk Meiji geëindigd
en liet tijdperk Taisho begonnen. Het jaar 1912 heet, voor wat betreft de
tijdruimte na het overlijden van den Keizer, het 1ste jaar van Taisho, het
jaar 1913 het 2e jaar van Taisho, enz.