[Oct. 1913. Dit volgt uit boldriehoek CDK in fig 7, waarin C 90° 7, CKD S en DK h. Is de opzetkoker dus draaibaar over 5° naar L en naar R, dan kan, bij een elevatie van 30° slechts een scheeve radstand worden gecorrigeerd, waarvan de maximumwaarde volgt uit: Sin 7 sin 5° cos 30° 7 4° 20' Hiermede moet, vooral bij de constructie van krombaan- geschut, rekening worden gehouden. Richtïouten als geuolg ddh schseuen radstand. Kan men bij richtmiddelen, die draaibaar zijn om een as evenwijdig aan de zielas, den invloed van een scheeven iad- stand volkomen uitschakelen, dit is niet het geval, wanneer de opzetkoker star aan kanon of wieg verbonden is. Het is dus van belang, de fouten op te sporen, die in de richting in dat geval worden gemaakt. Tevens leeren we daardoor den invloed op de richting kennen van het niet laten inspelen van het libel voor scheeven radstand, wanneer dit aanwezig mocht zijn. Een afwijking der richtmiddelen van den stand, waarbij het libel zou inspelen, is, wat haar slechten invloed op de richting betreft, gelijkwaardig met een scheeven rad stand 7, indien sin 7 cos h sin 5. (zie form. (13)). Onderstellen we, dat in fig 6 H K de gebogen opzetstang is, waarvan het vlak verticaal is, terwijl de eveneens gebogen dwarsarm in een horizontaal vlak gëlegen is met O, het mid delpunt van den meer besproken bol, waarin we ons bij niet- kijkeropzetten de punt van de vizierkorrel denken, en waardoor bij kijkeropzetten de optische as van den kijker wordt gedacht. Is OR de horizontale richtlijn (geen terreinhoek), dan stelt RH dus de correctie voor, en HK de richthoek. Trekken we door O een lijn OA aan de raaklijn in H aan den horizontalen grooten cirkel, dan is OA aan de as der raden. 977 DER MODERNE RICHTMIDDELEN.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1913 | | pagina 17