DK h' laat zich dan tevens berekenen.
In boldriehoek RHC is:
sin (90° - RC) tg (90° - <p) tg (90° - C)
cos RC co tg (p cotg C cqt£j$ tg_y (c)
sin HC tg z cotg C =^tg_z_ tg_7. (d)
Hieruit vindt men CK h HC.
In boldiiehoek CDK is nu:
sin (90° - O) tg CD tg (90° - CK)
tg CD cos C tg CK sin 7 tg CK (e)
sin DK cos (90° C) cos (90° CK) cos 7 sin CK (f)
Nu is RC-j-CD z', en de fout in de zijdelingsche rich
ting: z z';
DK h', en de fout in de hoogterichting: h li'.
Nemen wij als voorbeeld een houwitser van 12 cM., spooi-
breedte 1,48 M., die vuurt op een afstand van 3000 M., waar
voor de schootstafel aangeeft, bij de gebezigde lading, een
richthoek van 19° 28', en een CD van 25 °/00-
Nemen we aan, dat het R-rad 1 dM hoogei staat dan
het L., dan leert de berekening, dat er 28 °/00 te veel cor
rectie wordt gegeven, en dat er met een richthoek, die 8V2
te klein is, wordt geschoten.
De fout in de hoogterichting is hier dus reeds betrekkelijk
gering, en wordt nog geringer, indien wij te doen hebben
met veldgeschut, waar de elevatie als regel geiing is, en
waarbij de CD zoo klein is, dat men zonder bezwaar cos z
1 en tg z 0 kan stellen.
Uit (a) volgt dan: cp 7;
Uit (c): RC 0; boldriehoek RHC
Uit (d): HC 0; J verdwijnt.
Verder wordt CK h HC h.
sin DK sin h' cos 7 sin h; 0*)
tg CD - tg z' sin 7 tg h; (15)
De fout in de hoogterichting wordt weer aangegeven door
h h'; de fout in de zijdelingsche lichting door z'.
979
DER MODERNE RICHTMIDDELEN. [Oct. 1913.