Oct. 1913.] Het gebruik van onze Cav.b/d veiligheidstroepen. Het gros moet 5 00 sterk zijn, dat de uit te schuiven staande patrouilles om de zes uur kunnen worden afgelost. De staande patrouilles worden uitgeschoven naar punten op 2 a 3 K.M. van het gros gelegen, met opdracht de langs die punten voe rende wegen en het terrein daarnaast te observeeren. Hun aantal zal bij een peloton voorposten-cavalerie in den regel niet meer dan drie bedragen, die dan, als aan den eisch van aflossing moet worden voldaan, niet sterker kunnen genomen worden dan 4 of 5 man. En dit is ook genoeg. Want wat is een staande patrouille en wat is haar taak? Wat is het kenmerkend onderscheid tusschen haar en een post? Aan een post wordt de verdediging van zijn standplaats toevertrouwd; tegen overmacht trekt hij terug op de veldwacht; wijkt de vijand echter, welnu, dan blijft hij, na een bericht te hebben weggezonden, rustig op zijn plaats. Een staande pa trouille echter is een patrouille, uitgezonden om de nadering des vijands te melden, met opdracht om, met het oog op het stilstaan van de beveiligde afdeeling, niet verder te gaan dan tot een bepaald punt. Zoodra echter voeling met den vijand wordt verkregen, verandert haar optreden weder in dat van eene gewone, zich bewegende patrouille, d.w.z. zij meldt den vijand, tracht zijne sterkte te verkennen en houdt voeling. We zien hieruit, dat de definitie van staande patrouilles, zoo als V.V. 139 die geeft, niet volledig is. Voor het optreden der staande patrouilles, voordat zij den vijand melden, kunnen de regels gebezigd worden, die in V.V. 153 t/m. 155 voor de vedet ten zijn neergelegd. Na die aanraking komt echter het verschil! Staande patrouilles zijn derhalve daarom aangewezen voor de voorpostencavalerie, wijl zijde voeling met vijandelijke verkennende cavalerie-afdeelingen bewaren en met de infan- terieposten samenwerken om de verkenning te beletten. Even min als de ophelderings-patrouilles maken zij zich het leven lastig met de patrouilles van de vijandelijke cavalerie; deze worden ge meld en verder aan de goede zorgen van den commandant van het „gros" toevertrouwd. Ander-s is het echter gesteld, als een staande patrouille eene afdeeling vijandelijke cavalerie 984

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1913 | | pagina 24