Het gebruik van onze Cav.b/d veiligheidstroepen. [Oct. 1913.
die eene meer of min belangrijke gevechtskracht kan ont
wikkelen, in de richting van de voorposten ziet marcheeren.
Na deze eveneens aan den Commandant der voorpostencava-
lerie gemeld te hebben en z.m. een man op haar oorspron
kelijke plaats achtergelaten te hebben, om eventueel meer
dere opmarcheerende afdeelingen aan den cavaleriecomman
dant te melden, verlaat zij haar plaats om voeling met de
vijandelijke cavalerieafdeeling te houden; gaat deze recht op
het doel, d.w.z. de lijn der posten af, dan vergenoegt ze
zich met ongezien voeling te houden. Houdt de vijandelijke
afdeeling echter in een kampong of ander bedekt terreinge
deelte halt, dan zal zij dit zoo spoedig mogelijk melden aan
den naastbijgelegen infanteriepost,; met verzoek dit schriftelijk
bericht zoo spoedig mogelijk door te zenden aan den comman
dant der voorposten; dit is mogelijk en noodzakelijk; moge
lijk, omdat bij de voorpostenafdeelingen (veldwacht) en voor
postendetachementen, over rijwielen en veldtelefoon wordt
beschikt, (V. Y. 118, 148 (5)), noodig, omdat de staande pa
trouille te zwak is, om ordonnansen te missen, die niet bij
haar terugkeeren. Nadat de veldwachtcommandant of com
mandant van het voorpostendetachement bericht heeft gekre
gen van een stilstaande vijandelijke cavalerieafdeeling voor
den postenketen, zal hij niet mogen verzuimen te trachten,
die afdeeling daar te verjagen, want deze is bezig daar een
berichtverzamelplaats te bezetten, waar ze de berichten van
hare uitgezonden patrouilles inwacht. Bovendien heeft ze
misschien het plan, door af te zitten tot het gevecht te voet,
tot een openlijke verkenning over te gaan, waardoor de op
stelling van sterkere afdeelingen verraden zou moeten wor
den. Ook de commandant van het gros der voorpostencava-
lerie heeft na ontvangst van het bericht, dat een sterke vij
andelijke cavalerieafdeeling vóór de voorposten is aangeko
men, maatregelen genomen om die afdeeling geen oogen-
blik uit het oog te verliezen en zoo mogelijk afbreuk
te doen, zoodat de geheele voorpostencavalerie samen
werkt om het den sterkeren vijand zoo onaangenaam
985
I. M. T. 1913. 66.