Oct. 1913.] Het gebruik van onze Ca v. b/d veiligheidstroepen. toenaderingsweg kan waarnemen en vanwaar ze de nadering van den vijand gemakkelijk berichten kan. Bij het bovenstaande is overal van de grondgedachte uit gegaan, dat de voorpostencavalerie zwak is: punt 93 V. V. geeft duidelijk aan, dat toevoeging van cavalerie aan de voor posten, zooveel mogelijk moet worden beperkt. Wordt de voorpostencavalerie sterker dan een peloton ge nomen, dan spreekt het vanzelf, dat ook de strook, waarin zij waarneemt breeder kan genomen worden door öf de staande patrouilles te versterken en aldus meer zelfstandigheid te geven, of tusschen gros en patrouilles ondersteuningsafdee- lingen uit te schuiven. Echter vermeen ik, dat het bestemmen van een eskadron voor voorpostencavalerie, bij onze verhoudingen, wel tot de zeer groote uitzonderingen zal behooren. Evenals bij het voorbeeld, betrekking hebbende op het op treden van achterhoedecavalerie, ben ik ook ditmaal gebonden aan de kaart, die bij het artikel (vorige aflevering) is gevoegd, daar het uit een financieel oogpunt niet aangaat, voor elk voorbeeld een andere kaart te laten drukken. Bijsonder ge schikt om het hiervoren beschreven optreden van de voor postencavalerie te doen uitkomen, is echter de terreinstrook, door de kaart voorgesteld, niet, daar de verbinding tusschen de accessen, die in algemeen N-Z richting loopen, door sawah- vlakten en riviertjes, zeer wordt bemoeilijkt. Dit gelieve men bij de beoordeeling in het oog te houden. Veronderstellen we, dat een hoofdmacht, ter sterkte van een Indische brigade, uit Z. richting gekomen zijnde, in het Tjibinong-complex gedurende enkele dagen zal verblijven, terwijl de vijand te Weltevreden en te Mr. Cornelis is ge legerd. Nemen we verder aan, dat een deel der Brigadecava- lerie in de richting van genoemde plaatsen ter opheldering is vooruitgezonden; dat de A. B. één bataljon -f- één peloton cavalerie op voorposten zendt en dat de Voorpostencommandant zijn cavalerie bij elkaar houdt en haar onder den pelotons- 990

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1913 | | pagina 30