Voor een goed begrip der zaak zij er aan herinnerddat de
richthandeling in de aanslaghandeling is begrepen.
Blijkens de onderste strook van figuur 1, neemt de leerling
eene aanzienlijke hoogrechtsehe afwijking (v. h. r.) ten opzichte
van het mikpunt waar, hetgeen hij, zooals de middelste
strook aangeeft „meldt". De ligging der blokjes v. h. r. in
de onderste en de middelste strook wijzen op het tijdsverschil
tusschen het beëindigen der aansiaghandeling, het waarne
men en het melden der lichtfout.
Indien de leerling het geweer niet reeds heeft afgezet uit
anderen hoofde b. v. slechte schouderplaatsing, dan moet hij
na het melden opnieuw beslissen of hij het geweer met het
oog op de niet nauwkeurig genoeg verkregen richting, voor
alsnog in de houding van vaardig moet terugbrengen, Hierop
vermeen ik in het bijzonder de aandacht te moeten vestigen
en wel omdat het beter is eene slecht uitgevoerde handeling
te onderbreken en over te doen dan te voltooien en de leer
ling tot het ten einde brengen eener slecht uitgevoerde han
deling gewoonlijk maar al te zeer geneigd is. Het „melden"
der richtfout werkt het nakomen van net hierbedoelde in de
hand.
De onderwijzer wacht met het uitspreken van het com
mando „vuuuur", teneinde den leerling gelegenheid te geven
voor de melding. Hij benut dit wachten tevens om zich zelf
ervan rekenschap te geven, of hij tevreden is over de uitvoe
ring van de aansiaghandeling door den leerling.
Het voortdurend waarnemen van de vizierlijn ten opzichte
van het mikpunt wordt aangegeven door de blokjes hr, r,
g, enz.
10U0
Oct. 1913.] ONDERR. VAN DEN SAMENGESTELDEN JUISTSNEL. AANSLAG.
Wordt de leerling genoodzaakt eene handeling met aandacht te verrichten,
dan wordt daardoor zijn geschiktheid tot het verrichten dier handeling ver
hoogd.
Daar het melden de aandacht van den leerling op de door hem gemaakte
richtfout versterkt en om voren vermelde reden in niet geringe mate bijdraagt
tot verbetering van zijnen aanslag, kan het m. i. in deze methodiek niet wor
den gemist.
J. J. R.