Heb veranderen en c. q. verbeteren der richting nog vóór dat
het Commando „vuuuur" tot den leerling is doorgedrongen en
deze met drukpunt nemen, met doordrukken is aangevangen
(n. n.), het z. g. n. „hengelen", heeft voor het vastleggen van den
samengestelden juistsnellen aanslag geen beteekenis, doch is een
normaal gevolg van de lange rustpauze tusschen de com
mando's „aan" en „vuuuur" en van de, uit een paedagogisch
oogpunt noodzakelijke, voortdurende waarneming van vizierlijn
en mikpunt. Het heeft geen nut o. r. het Commando „vuuuur"
het sein geeft tot het narichten en vóór dat dit commando door
den leerling is gehoord, de richting meermalen nutteloos zal
zijn veranderd. Daar de rustpauze tusschen de commando 's
„aan" en „vuuuur" bij voortgezette oefening al kleiner en klei
ner wordt, verdwijnt het hengelen langzamerhand geheel en al
en volgt ten laatste, oogenbiikkelijk op de waarneming en het
melden der richtfout, de impuls tot het achteruitbrengen
van den trekker (het commando „vuuuur") en daarmede het
narichten.
Op het commando „vuuuur" van den onderwijzer vangt de
leerling aan met drukpunt nemen, met doordrukken (1) en
narichten. De blokjes r en g na de lijn n. n. (begin van
drukpunt nemen met doordrukken) wijzen op dit narichten.
Het drukpunt nemen met doordrukken versterkt den wil van
den leerling tot snel narichten, o. r. de leerling beseft dat het er
dan op aankomt (na het vooruitschieten der slagpin is het te laat).
Het vooral bij de eerste oefeningen in het drukpunt nemen
met doordrukken zoo hoogst belangrijke begrip, dat de leer
ling niets te maken heeft met het oogenblik, waarop de haan
met slagpin vooruitschiet (lijn s. s.), wordt aangegeven zoowel
1001
ONDERR. VAN DEN SAMENGESTELDE» JUISTSNEL. AANSLAG. [Oct.J9l8.
(1) Het doordrukken is eene natuurlijke voortzettng van het drukpunt ne
men, zoodat deze handelingen bij de beoefening van den s. j. s. a. oogenbiik
kelijk op elkaar hooren te volgen.
Volgens het S. V. moet drukpunt worden genomen tijdens de aanslaghande
ling.
Aangezien de rustpauze na de aanslaghandeling een ongestoord voortzetten
der doordrukhandeling belet, is het bepaalde in het S. V. m. i. minder juist.
J. J. F.
I. M. T. 1913 67.