/MS MS f^7 Beschouwingen ouer de Bereden-Artillerie. I. Inleiding. De artillerie van ons veldleger is thans voorzien van het modernste veldgeschut, dat tot nu toe bij eenig leger werd ingevoerd, terwijl binnen afzienbaren tijd, met de invoering van snelvuur-bergvuurm onden na vergelijkende proeven door een speciaal daartoe benoemde commissie gekozen uit verschillende typen ons wapen in het bezit zal zijn van de beste kanonnen, die we kunnen wenschen. Het technische gedeelte van het munitie vraagstuk is ver der in zooverre reeds opgelost, dat de Chef van het wapen naar aanleiding van te Fatoe Djadjar gehouden proeven, beslist heeft, dat de brisant granaatkartets Ehrhardt-van Essen, welk projectiel reeds in Nederland werd ingevoerd, voor invoering ook bij onze artillerie in aanmerking kan komen, mits door den fabrikant aan eenige ondergeschikte eischen wordt voldaan. Waar dus het materiaal van onze bereden artillerie binnen korten tijd zal wezen het beste, wat de techniek in staat is ons te leveren en vraagpunten op technisch gebied ons geen zorgen meer behoeven te baren, daar doet zich thans de vraag voor, hoe dit uitgelezen materiaal op de meest doeltreffende en, in verband met onze beperkte financieele draagkracht, op de meest economische wijze is in te deelen en te gebruiken. Thans, nu we over zoo uitmuntend materiaal de beschikking hebben, moeten we gebruik maken van de reorganisatie om de uitwerking van onze kanonnen tot een maximum te kunnen opvoeren. De gunstigste indeeling van onze kanonnen in vuur- en tactische eenheden, waarbij gelet moet worden op de meest volmaakte opleiding van officieren en mindere militairen, zoodat ten allen tijde ook de krachten van de levende orga nen van het wapen het best tot hun recht kunnen komen, is de waarlijk niet eenvoudige taak van hem, die zich tot 1007

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1913 | | pagina 47