Oct. 1913.] Beschouwingen over de bereden-artillerie.
afvuren van het 4e stuk, voordat de gegevens voor de nieuwe
laag kunnen worden gecommandeerd.
Moge uit het voorgaande blijken, dat uit een schiettechnisch
oogpunt, dus de overwegend belangrijkste grondslag voor de
organisatie, 8 stukken per batterij noodig en voldoende zijn,
aan deze kleine batterijen zijn verder zoovele voordeelen ver
bonden, speciaal met het oog op onze toestanden, dat een nadere
bespreking hiervan niet mag ontbreken.
Zooals het bepalen van den artilleristischen afstand thans
bij onze bereden artillerie plaats vindt, wordt van de batt-ei ij-
commandanten en van de waarnemers vereischt, dat van ieder
schot bij het inschieten de ligging in de diepte en in de breedte
en de springhoogte wordt bepaald. Dat het verwerken van
deze 12 opgaven voor den middelmatigen vuurleider niet een
voudig is, behoeft geen betoog. Wordt het aantal stukken met
één verminderd, dan zien we direct het voordeel, dat het aantal
opgaven van 12 tot 9 vermindert, maar bovendien geeft het
inschieten voor de breedte het gemak, dat er slechts op gelet
behoeft te worden, dat de beide uiterste stukken op de vleugels
van het doel vuur brengen en het middelste stuk daar juist tus-
schen in. Dit levert een gemak op voor den B.C,. waardoor
des te eerder de commando's voor de nieuwe laag zullen kunnen
volgen; dit geschiedt bovendien, doordat niet op het schot van
het° vierde stuk behoeft te worden gewacht. Waar de conman-
do's bij de vier stukken batterij aan de sectie commandanten
moeten worden doorgegeven, daar is het bij de drie stukken
batterij mogelijk, dat de ondercommandant de geheele batterij
met de stem kan beheerschen, zoodat tijdverlies aan het
doorgeven van commando's verbonden niet plaats vindt en er
minder kans bestaat, dat vergissingen bij het overbrengen
van de commando's voorkomen.
Bij het gebruik van minder stukken per batterij zullen als
regel smallere doelen aan de batterijen ter bevuring worden
aangewezen. Dit brengt een voordeel met zich, indien de doelen
zich niet in een strekking loodrecht op de schootsrichtmg
bevinden. Voor dit geval behoeven we slechts te denken aan
1014