Ill
Naschrift van de redactie.
Waar de door den heer Sieburgh ter vergadering van de
I.K.Y. gesproken woorden en hetgeen, na goed overdacht te
zijn, door ons daarover neergeschreven werd, voor een ieder
in het vorige nummer ter raadpleging te vinden is, nemen
wij dit antwoord zonder meer over, de beoordeeling van de
waarde ervan aan onze lezers overlatende.
Een uitzondering wenschen wij echter te maken t.o van
de laatste alinea.
Uitdrukkingen als „minder aangename consequenties, welke
uit laatstbedoelde verhouding voortvloeien" en „hetgeen voor
gaande redacteuren,hebben moeten verduren"
blijven voor des heeren Sieburghs rekening; waar ze door
publicatie zonder het noemen van man en paard, tot alge
meen goed worden gemaakt, noemen wij ze vaagze laten
lezers vrij om de meest dwaze, voor betrokkenen zelfs ver
nederende, veronderstellingen te maken.
De officier (redacteur) is aan zijn gevoel van eigenwaarde
verplicht zelf de grens te bepalen, tot waar hij in een bij
baantje, zijn, door het genieten van een honorarium, gebo
ren afhankelijkheid kan en wil duiden, hetzij hij dit hono
rarium geniet van een officiersvereeniging, hetzij van een
uitgeversfirma.
Dit is onze meening en naar wij hopen ook een algemeene.
Mocht dit misschien een enkele maal door een redacteur
anders opgevat zijn, hetgeen ons niet bekend is, dan doet
zulks niet aan de waarde ervan af.
Wij hebben in het stuk van den heer Sieburgh geen aan
leiding gevonden eenige wijziging in onze beschouwingen
te brengen.
Redactie.