Ill Naschrift van de redactie. Waar de door den heer Sieburgh ter vergadering van de I.K.Y. gesproken woorden en hetgeen, na goed overdacht te zijn, door ons daarover neergeschreven werd, voor een ieder in het vorige nummer ter raadpleging te vinden is, nemen wij dit antwoord zonder meer over, de beoordeeling van de waarde ervan aan onze lezers overlatende. Een uitzondering wenschen wij echter te maken t.o van de laatste alinea. Uitdrukkingen als „minder aangename consequenties, welke uit laatstbedoelde verhouding voortvloeien" en „hetgeen voor gaande redacteuren,hebben moeten verduren" blijven voor des heeren Sieburghs rekening; waar ze door publicatie zonder het noemen van man en paard, tot alge meen goed worden gemaakt, noemen wij ze vaagze laten lezers vrij om de meest dwaze, voor betrokkenen zelfs ver nederende, veronderstellingen te maken. De officier (redacteur) is aan zijn gevoel van eigenwaarde verplicht zelf de grens te bepalen, tot waar hij in een bij baantje, zijn, door het genieten van een honorarium, gebo ren afhankelijkheid kan en wil duiden, hetzij hij dit hono rarium geniet van een officiersvereeniging, hetzij van een uitgeversfirma. Dit is onze meening en naar wij hopen ook een algemeene. Mocht dit misschien een enkele maal door een redacteur anders opgevat zijn, hetgeen ons niet bekend is, dan doet zulks niet aan de waarde ervan af. Wij hebben in het stuk van den heer Sieburgh geen aan leiding gevonden eenige wijziging in onze beschouwingen te brengen. Redactie.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1913 | | pagina 5