Oct. 1913], Beschouwingen over de bereden-artilderie. derdeelen te splitsen, zoodat een detacheering van artillerie- combinaties kleiner dan een batterij zoo goed als uitgeslo ten is. Slechts enkele stukken zouden kunnen worden medegegeven, dit dan nog zeer ten nadeeie van de vuurkracht van de eigen batterij. De vraag is evenwel of dit detacheeren bij het gebiuik van een 3 stukken batterij wel ooit noodig zal zijn. In het eerste geval beschikt een afdeelingscommandant n.l. ovei 3 batterijen van 4 stukken tegen 4 batterijen van 3 stukken in het andere geval. Waar dus in de eene omstandigheid een sectie van 2 stukken kan worden gedetacheerd, daar kan even goed een geheele batterij van 3 stukken worden medegegeven, in welk laatste geval de nadeelen, verbonden aan het afzonderen van niet van huis uit als tactische een heid georganiseerde gedeelten, worden voorkomen. Deze na deelen mogen werkelijk niet gering worden geacht. Een batterijcommandant, die een sectie moet afstaan, staat voor een berg van moeilijkheden op allerlei gebied. In de eerste plaats moet worden uitgemaakt welke deelen van den gevechtstrein moeten worden medegegeven, voorts moet verkenningspersoneel worden ingedeeld en zoonoodig tele foonpersoneel en materieel, terwijl ook de hulpmiddelen, waarover een B. C. behoort te beschikken (waarnemers, toe stellen), moeten worden afgezonderd, m. a. w. er moet een zelfstandige sectie gedurende den oorlogstoestand (dus onder zeer ongunstige omstandigheden) opnieuw worden georgani seerd als tactische eenheid en dit zeer ten nadeeie van de reeds bestaande tactische eenheid, de batterij. Het een na deel te willen noemen, dat deze ingewikkelde werkzaam heden bij de 3 stukken batterij niet mogelijk zijn, is niet te verdedigen. Wat zal moeten gebeuren, als een klein ge deelte van de artillerie voor afzonderlijke doeleinden moet worden gebruikt, indien de batterij uit 3 stukken bestaat, ligt voor de hand; er wordt in dat geval een reeds van den aanvang af als tactische eenheid georganisteerde afdeeling, dus een batterij van 3 stukken, medegegeven. Dat deze artillerie- 1022

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1913 | | pagina 62