Beschouwingen over de bereden-artillerie. [Oct. 1913. hoeveelheid munitie per stuk voor het gebruik van één dag zoo ruim mogelijk te nemen en, daar de munitieaanvulling steeds met groote bezwaren gepaard zal gaan, deze hoeveel heid reeds zoo veel mogelijk van den aanvang af bij de stukken beschikbaar te stellen. De oorlog in Mandschoerije leert evenwel meer, n.l. dat het verschil in munitieverbruik bij de verschillende batterijen bui tengewoon groot is. Majoor von Tettau (deel I blz. 811) verklaart, dat bij Liaojan twee batterijen 2600 patronen vervuurden, twee ongeveer 800, vier 100 tot 300 en één zelfs 50 patronen. Dit feit laat zich verklaren, doordat eenige batterijen, door het terrein en de gevechtstoestanden begunstigd, gelegenheid hadden haar vuurkracht geheel te ontwikkelen en bovendien den geheelen dag in het vuur stonden, terwijl andere, ten gevolge van ongunstige omstandigheden, in het geheel niet of slechts korte momenten werkzaam konden zijn. Hieruit zou volgen, dat het minder wenschelijk is de ge- heele benoodigde hoeveelheid munitie bij de batterijen mede te voeren, maar voor een zeker aantal batterijen een lichte mu- nitietrein in te deelen, waaruit naar behoefte door de ver schillende batterijen kan worden geput. Wanneer we evenwel nagaan, dat dit verschil in munitiegebruik veelal een ge volg is geweest van de te snelle en daardoor vaak ondoelma tige opstelling van de batterijen, die een stellingverandering niet meer toeliet, en voorts dat onze kleine artilleriemacht voor een deel gecompenseerd zal moeten worden door een grooter munitieverbruik, dan is het voor ons gewenscht, de hoeveelheid munitie, die voor het gebruik van één dag in de batterij benoodigd is, zoo veel mogelijk reeds in de gevechtsbatterij mede te voeren. Zeker geldt dit voor de bergartillerie, die door de mindere uitwerking van het en kele schot genoodzaakt zal zijn, meer munitie te gebruiken voor het bereiken van hetzelfde gevechtsdoel of om in staat te zijn dezelfde vuurkracht te kunnen ontwikkelen als de veldartillerie. De munitie voorraad per stuk moet bij een kleine artilleriemacht reeds daarom aanzienlijk grooter zijn, 1029

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1913 | | pagina 69