Beschouwingen over de bereden-artillerie. [Oct. 1913. We hopen in de voorgaande bladzijden de urgentie van de invoering der 3 stukken batterij te hebben aangetoond, bo vendien omdat dit de beste oplossing is van de artillerieuit breiding bij mobilisatie. Het vormen van een 3e batterij van 4 stukken per afdeeling in tijd van oorlog moet o.i. beslist worden verworpen. Meer dan bij een ander wapen is de tac tische eenheid bij de artillerie een willoos werktuig in handen van den commandant, hangt het presteeren van dit onderdeel af van de mate van kennis van dien aanvoerder, maar ook van de samenwerking onderling en met den B.C. Hiervoor is het evenwel een gebiedende eisch, dat de B.C. zijn personeel en zijn paarden ten minste voor het grootste gedeelte kent en dat het personeel gewend is aan den B.C. Dit nu ontbreekt bij de 3e bij mobilisatie te vormen batterij bijna geheel. Worden daarentegen de bat terijen in tijd van oorlog tot 6 stukken batterijen uitgebreid, dan zal elke aanvoerder moeten arbeiden met personeel en dieren, die voor minstens twee derde reeds onder dien com mandant hebben gediend en dit zal de onderlinge samen werking en daarmede de te verkrijgen uitkomsten tijdens het gevecht ten zeerste ten goede komen. 17. Personeel. Een doelmatige organisatie van onze snelvuurbatterijen, in het bijzonder van die bewapend met zwaar berggeschut, zal oorzaak zijn, dat, wil men het thans gevolgde systeem niet verlaten, het Europeesche element in dit wapen aanzienlijk zal moeten worden versterkt. Dit kan worden verkregen, door meer Europeanen bij de bereden artillerie in te deelen ten koste van de Vestingartillerie of van de Infanterie. Waar evenwel op 1 Januari 1912 het tekort aan Europeanen reeds tot 2678 man, zijnde 21 van het vereischte aantal, gestegen was en er geen redenen zijn om te veronderstellen, dat de werving binnen afzienbaren tijd gunstiger uitkomsten zal op leveren, zouden de onbereden wapens te veel onder deze methode te lijden krijgen en is ze dus niet aan te bevelen. 1031

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1913 | | pagina 71