Beschouwingen over de bereden-artillerie. Oct. 1913]. De voordeelen verkregen uit een officiersopleiding van 6 weken (verdeeld in 2 ploegen van 3, of in 3 ploegen van 2 weken) in de plaats van de schietoefeningen, die thans jaarlijks te Batoe Djadjar plaats hebben, en aan welke opleiding alle luitenants en jongere kapiteins der bereden-artillerie deelne men, terwijl de oudere kapiteins in de gelegenheid gesteld kunnen worden de vuren te volgen, liggen m.i. zoo voor de hand, dat er niet aan getwijfeld kan worden of van de te verschieten munitie kan meer profijt getrokken worden dan thans te Batoe Djadjar geschiedt. Tot directeur vau de schietschool zou de Cdt. van de 3e veld- of die van de 4e bergbatterij benoemd kunnen worden. Deze batterijen blijven in Tjimahi in garnizoen, terwijl om den anderen dag de berg- of de veldbatterij naar Batoe Dja djar zou kunnen komen onder een der jongere officieren. De avonduren kunnen te Batoe Djadjar worden benut voor het houden van theorie, voor de officieren door den directeur, voor de onderofficieren door den oudsten luitenant (onderinstruc teur). Een klein detachement van een der batterijen kan voor het plaatsen van doelen te Batoe Djadjar verblijven, terwijl voor den controle-post onderofficieren moeten worden aange wezen, evenals dit nu reeds bij de schietschool van de vesting artillerie geschiedt, zoodat alle officieren van de oefeningen kunnen profiteeren. Dat op deze wijze het onberekenbare voordeel wordt ver kregen van een enkele opvatting van de toepassing van de schietregels, terwijl in het wapen een kern van officieren (het personeel en vroeger personeel van de schietschool) ontstaat, die van de practijk van het schieten door en door op de hoogte is, behoeft verder geen betoog. Evenmin, dat de commandant der veld- en bergbatterijen bij eventueele herziening van de schietregels aan het personeel van de schiet school deze werkzaamheden gerust zal kunnen toevertrouwen, waarbij hij de overtuiging kan hebben, dat de aldus ontstane reglementen in de practijk zeker zullen voldoen. Beoordeelen van de officieren behoeft bij deze inrichting 1034

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1913 | | pagina 74