Korte Mededeelingeü. [Otc. 1913.
Introductie in de feuriografie uan de Zuid-Duitsche koninkrijken.
II
1037
2e. Het is den leden van het korps vergund de uniform te dragen
ook buiten den tijd, dat het legerbestuur over hen beschikt.
3e. De motorrijders zijn gedurende het rijden van het doen van
militaire eerbewijzen ontheven.
Het bovenstaande werd ontleend aan „Het Motorrijwiel" van 1 Aug.
1913, waar een en ander uitvoerig is aangegeven.
N.
Wurtemberg.
Evenals in Beieren loopt ook in Wurtemberg de kartografische ge
schiedenis tot het midden der zestiende eeuw terug. In 1559 reeds
verscheen in Tiibingen eene landkaart, die den titel droeg van „Wahr-
haftige und grundliche Abkonterpheiung des döblichen Fiirstentums
Württemherg". De eerste kaart voor welker samenstelling eene basis
werd gemeten en die gebaseerd was op een „vollstandiges, ziemlich
genaues graphisches Dreiecknets des Landes" werd in de jaren 1619
tot 1635 geleverd door den Tübingschen professor W. Schick hart. Jam
mer genoeg ging, door de onrust en verwarring tengevolge van den
dertigjarigen oorlog, deze kaart gedurende het transport naar Amster
dam, waar zij gegraveerd zou worden, verloren. Eerst tegen het ein
de der achttiende eeuw werden de origineele teekeningen teruggevonden.
De nieuwere topografische werkzaamheid van Wurtemberg dateert
van 1818, in welk jaar koning Wilhelm 1 een „Katasterkommission" in het
leven riep en een besluit uitvaardigde tot eene algemeene gedetail
leerde kaarteering van het koninkrijk. De oorspronkelijke opnemingen
werden verricht op 1: 2500 en met de meest mogelijke consequentie
is aan het principe vastgehouden om de kadastrale kaarten te doen
dienen als basis voor de kaarten op kleiner schaal.
"Obgleieh es last als selbstverstandlicli sckeinen sollte, dass eineFlurkartenauf-
"nahme in 1: 2500, die denkbar beste und unmittelbarste Grondlage für eine
"1020 mal kleinere topographische Karte abgibt, ist doch Württemberg, soweit
"uns bis jetzt bekannt geworden, der einige deutsche Staat geblieben, welcher
"in dieser natürlichen Weise consequent vorgegangen ist" 1).
De wiskunstige grondslag van de Wurtembergsche kaart berust
op een door J. G. F- Bohnenberger2) opgezet driehoeksnet, welks li
neaire afmetingen werden ontleend aan eene tusschen Ludwigsberg en So
litude gemeten basis ter lengte van 13033 M. Als uitgangspunt voor
de coördinatenberekening diende de sterrenwacht te Tübingen, waarvan
de geographische ligging werd vastgesteld op 48° 31' 12."4 N. Br, en
26° 42' 51".0O.L. van Ferro. Het net werd georienteerd volgens een
daar gemeten azimut. De gegevens der driehoekspunten werden naar
het platte vlak overgebracht volgens het systeem Soldner. Dit systeem
is behouden gebleven voor de door Wurtemberg te leveren twintig
1) Prol. Dr W. Jordan
2) Aanvankelijk een geestelijke, laterprofessoraandesterrenwachtteTiibingen.